+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Nehemia
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 38 %
Neh. 8
8:1 Toen de zevende maand aanbrak
- en de kinderen van Israël in hun steden waren -
2 verzamelde zich het hele volk, als één man
op het plein voor de Waterpoort
en ze zeiden (tot) Ezra, de verteller-schrijver
dat hij het boek van de tora van Mozes moest brengen
die JHWH Israël geboden had.
3 Ezra, de priester, bracht de tora voor de gemeente
zowel mannen als vrouwen en al wie kon begrijpen wat hij hoorde
op de eerste dag van de zevende maand.
4 Hij las daaruit voor,
op het plein dat voor de Waterpoort is,
van het morgenlicht tot aan de middag,
voor de mannen en de vrouwen en diegenen die het konden begrijpen.
Het volk was een en al oor voor het boek van de tora.
5 Ezra, de verteller-schrijver, stond op een houten verhoging
die men voor deze gebeurtenis gemaakt had,
en naast hem stonden
Mattithja en Sema en Anaja en Uria en Hilkia en Maäseja aan zijn rechterhand
en aan zijn linkerhand Pedaja ,Misael, Malchia, Hasum, Hasbaddana, Zacharja en Mesullam.
6 Ezra opende het boek voor de ogen van heel het volk
- want hij was boven het volk -
en toen hij het opende, stond heel het volk op.
7 Ezra zegende JHWH, de grote God,
en heel het volk antwoordde: Amen, Amen.
Ze hieven hun handen omhoog,
bogen zich neer
en wierpen zich neer voor JHWH
met hun aangezicht ter aarde.
8 Jesua nu, en Bani en Serebja, Jamin, Akkub, Sabbethai, Hodia, Maaseja,
Kelita, Azaria, Jozabad, Hanan, Pelaja, en de Levieten
deden het volk de tora begrijpen,
terwijl het volk op zijn plaats bleef staan.
9 En zij lazen voor uit het boek,
uit de tora van God, die uitgelegd moet worden,
en verklaarden de betekenis
zodat zij het voorgelezene begrepen.
10 Nehemia, - zijne excellentie - zei met Ezra, de priester en verteller-
schrijver,
en de Levieten, die het volk begrip bij brachten,
tot het volk:
Deze dag is heilig voor JHWH, jullie god,
je zult niet rouwen of wenen
want heel het volk weende
toen ze de woorden van de tora hoorden.
11 En hij zei tot hen:
Ga heen en eet lekker eten, drink zoete dranken
en stuur delen aan hen voor wie niets klaargemaakt is,
want heilig is deze dag voor onze Here.
Wees niet bedroefd,
want de blijdschap van JHWH is jouw sterkte.
12 De Levieten brachten heel het volk tot kalmte en zeiden:
Wees stil, want heilig is deze dag
wees niet bedroefd!
13 Toen ging heel het volk heen
om te eten en te drinken en om delen te versturen
en om grote vreugde te bedrijven
want men had de woorden begrepen
die men hen had doen kennen.
14 De tweede dag verzamelden de hoofden en familieoudsten van heel het volk,
de priesters en de Levieten, zich bij Ezra, de verteller-schrijver,
om inzicht te krijgen in de woorden van de tora.
15 Ze vonden geschreven in de tora die JHWH door Mozes geboden had
dat de kinderen van Israël op het feest in de zevende maand
in hutten moesten wonen.
16 En dat zij een oproep zouden laten horen in al hun steden en in Jeruzalem
Trek het gebergte in en haal takken van de olijfboom
en takken van andere olie-achtigen, takken van de mirte,
takken van palmbomen en takken van andere bomen met dichte takken.
om hutten te maken zoals geschreven is.
17 Heel het volk trok er op uit en haalde ze
en maakte hutten,
ieder op zijn dak en in zijn hof
en in de voorhof van het Godshuis,
en op het plein voor de Waterpoort en op het plein voor Efraïmspoort
18 De hele gemeente van hen die waren teruggekeerd uit de ballingschap
maakte hutten
en woonde in de hutten
want de kinderen van Israël hadden dit niet gedaan
sinds de dagen van Jozua de zoon van Nun,
tot op deze dag.
En er ontstond een zeer grote vreugde.
19 Men las uit het boek van de tora van God, dag aan dag,
van de eerste dag tot de laatste dag,
en men hield zeven dagen feest
en op de achtste dag een feestelijke bijeenkomst
volgens het voorschrift