+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
1 Koningen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 21 %
1Kon. 18
18:21 Toen kwam Elia dichter bij het hele volk en zei: 1)
Tot wanneer hinken jullie op twee krukkige gedachten. 2)
Als JHWH de god is, ga dan achter hem aan.
Maar als de baäl dat is, ga dan achter hem aan.
Maar het volk antwoordde hem met geen woord.
22 Elia zei tot het volk:
Ik ben als profeet van JHWH alleen overgebleven
maar de baälsprofeten zijn met vierhonderd en vijftig man.
23
Laat men ons twee stieren geven.
Zij moeten voor zichzelf de ene stier uitkiezen,
hem in stukken hakken
en op de stukken hout leggen,
maar vuur mogen ze er niet bij leggen.
Ik zal de andere stier klaarmaken
en [zijn plaats] op de houtstukken geven,
maar vuur zal ik er niet bij leggen.
24
Jullie moeten de naam van jullie god uitroepen
maar ik zal zelf de naam van JHWH uitroepen
en de god die zal antwoorden met vuur:
hij zal dé god zijn.
Toen antwoordde het hele volk:
Goed gesproken!
25 Elia zei tegen de baälsprofeten:
Kiezen jullie je de eerste stier uit
en maak hem als eerste klaar
want jullie zijn met zo velen.
Roep [dan] de naam van jullie god uit
maar vuur mogen jullie er niet bij leggen.
26 Zij namen de stier die men hun gegeven had
en maakten hem klaar.
Zij riepen de naam van de baäl uit
van de morgen tot het middaguur
met de woorden: O Baäl, antwoord ons!
Maar nee: taal noch teken. 3)
Zij huppelden nog uitbundiger bij het altaar dat men klaargemaakt had. 4)

27 Het geschiedde tegen het middaguur
dat Elia hen begon te bespotten
en hij zei
Jullie moeten met luide stem roepen.
Natuurlijk is hij een god,
Hij is vast in gedachten
of naar een zekere plaats, 5) of hij is onderweg.
Wellicht is hij in slaap,
en wordt hij wakker.
28 Zij riepen met luide stem
en takelden zich volgens hun gebruik toe
met zwaarden en met speren
tot er bloed langs hen stroomde.
29 Het geschiedde zodra het middaguur voorbij was,
dat ze als profeten te keer bleven gaan, 6)
tot de tijd van het spijsoffer,
maar nee: taal noch teken,
noch enige andere reactie.
30 Toen zei Elia tot het gehele volk:
Kom dichter bij me.
Het gehele volk kwam dichter bij hem.
Hij herstelde het altaar van JHWH dat afgebroken was.
31 Elia nam twaalf stenen
in overeenstemming met het aantal van de zonen van Jakob,
tot wie het woord van JHWH gekomen was:
Israël zal je naam zijn.
32 Hij bouwde met de stenen een altaar ter ere van de naam van JHWH
en maakte een greppel die groot genoeg was voor twee maten zaaigoed
rondom het altaar.
33 Hij rangschikte de stukken hout,
sneed de stier in stukken
en legde hem op de stukken hout.
34 Hij zei:
Vul vier kruiken met water
en giet het over het brandoffer en over de houtblokken
Hij zei:
Doe het voor de tweede keer
en zij deden het voor de tweede keer.
Hij zei:
Doe het voor de derde keer
en ze deden het voor de derde keer.
35 Het water liep rondom het altaar,
ook de greppel vulde hij met water.

36 Het geschiedde op de tijd van het spijsoffer
dat de profeet Elia dichterbij kwam
en zei:
JHWH, god van Abraham, Isaak en Israël,
vandaag moet bekend worden
dat U God bent in Israël
en ik uw dienstknecht
en dat ik door uw woord heb gedaan al wat hier is verwoord. 7)
37
Antwoord mij, JHWH, antwoord mij.
Dan zal dit volk weten dat U, JHWH dé god bent
en dat U hun hart een wending terug heeft laten nemen.
38 Toen viel het vuur van JHWH [uit de hemel]
en het verteerde het brandoffer en de houtblokken,
de stenen en het stof,
het water in de greppel likte het op.
39 Toen het gehele volk dit zag,
werd het gevloerd 8)
en het zei:
JHWH, hij is dé god,
JHWH, hij is dé god.

1vertaling door Evert van den Berg
2Letterlijk: 'hinken op twee krukken'
3Letterlijk: er was geen stemgeluid en geen antwoord.
4Hier wordt hetzelfde werkwoord gebruikt als in vs. 21, maar in vs. 21 was het de qal, hier de pi`el, die vaak de intensief van de qal uitdrukt. Dat probeer ik hier weer te geven met 'huppelden nog uitbundiger'. Zo wordt de cultische dans van de baälspriesters belachelijk gemaakt. Vgl. de Elberfelder Ãœberzetzung, revidierte Fassung: d. i. eine verächtliche Bezeichnung für kultischen Tanz.
5וְכִֽי־שִׂ֛יג לֹ֖ו z. nw; volgens BDB 'tijdelijke afzondering' (ook dross: bovendrijvend schuim bij smelten van metaal). Verkort woordenboek Libronix geeft 'excrement'. LXX vertaalt καὶ ἅμα μήποτε χρηματίζει αὐτός. Murre vertaalt dit ww. met '(ambtelijke) zaken doen' en in casu: 'zijn bezigheden hebben'. Χρημα heeft de algemene betekenis van: elk voorwerp van dagelijkse behoefte en gebruik.
6Deze weergave komt qua gevoelswaarde overeen met het huppelen van hiervoor.
7Vgl. de Naardense Bijbel.
8Letterlijk: viel het volk op zijn aangezicht.