Schrift in Uitvoering
+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Jesaja
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 37 %
Jes. 43
43:8 Laat aantreden
het blinde volk 1)dat [toch] over ogen beschikt
doven, die [toch] oren hebben
9 [Nu] zijn alle naties samen bijeen
en verzameld alle volkeren.
Wie onder hen (hun goden) zou er zoiets (tevoren) verkondigd hebben 2)
zou ons [iets uit] het vroegere [gebeuren] te horen hebben gegeven?
Laat ze hun getuigen leveren
om hun recht [van spreken] te bewijzen
zodat men het hoort en zegt: 'Het is waar'.
10 Jullie zijn mijn getuigen
- godsspraak van JHWH -
mijn knecht die ik heb verkoren
opdat jullie [mij] erkennen
op mij vertrouwen
en begrijpen dat ik het ben (die zoiets deed).
Vóór mij werd er geen godheid gevormd
en na mij zal er geen zijn.
11 Ik, ik ben JHWH
buiten mij is er geen bevrijder.
12 Ik ben het die het heeft verkondigd
die bevrijding bracht
die het liet horen
geen vreemde (godheid) onder jullie.
Jullie zijn mijn getuigen
- godsspraak van JHWH -
en ik ben de godheid.
13 Ook van heden af aan ben ik het.
En er is er geen die ontrukt aan mijn hand.
Ik ben aan het werk!
Wie zou het keren?

1Nml. Israël, dat in de vergadering van de volken in het vervolg de oog- en oorgetuige van JHWH moet zijn. De kwestie van het who is who is op het eerste gehoor van de tekst niet duidelijk. Vandaar de toevoegingen voor het lezen tussen ronde haken. Voor het schema van deze `getuigenbijeenkomst' zie: W. Beuken, Jesaja 2b [POT] 170, [verkort:] 8 Oproep om Israël in de vergadering van de volken te laten aantreden. 9 Constatering dat alle volken bijeen zijn. Rechtsvraag: Welke godheid deed zoiets; een gebeuren (in het verleden) van tevoren verkondigen, dat zich vervolgens ook voltrok ? 10-12 Israël tot getuige benoemd: Inderdaad, het was JHWH die dat deed! 13 Ook in de toekomst zal hij dat doen.
2In vers 9 (vgl. 12) wordt het woord 'goden' vermeden om alle nadruk op de volken te laten vallen.