+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Genesis
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 50 %
Gen. 9
9:8 En 1) God zei tegen Noach en tegen zijn zonen bij hem:
Wat mij betreft, hier ben ik,
ik richt mijn verbond op met jullie en jullie nazaten,
9
Ik, ja ik richt mijn verbond met jullie op
en met jullie nazaten na jullie
10
en met alle levende wezens die bij jullie zijn:
ten behoeve van vogels, kleinvee, en al wat leeft op de aarde met jullie.
Van al wat uit de ark is gegaan,
tot al wat leeft op de aarde.
11
Ja, ik richt mijn verbond op met jullie,
het zal niet meer (gebeuren),
dat al wat leeft door het water van de vloed zal worden uitgeroeid.
Er zal nooit meer een vloed zijn om de aarde te verdelgen.
12 God zei ook:
Dit is het teken van het verbond
dat ik geef tussen mij en jullie
en alle levende wezens met jullie
voor generaties in eeuwigheid.
13
Mijn boog geef ik in de wolken,
hij wordt het teken van het verbond tussen mij en de aarde.
14
Het zal gebeuren
als ik wolken breng over de aarde
en de boog in de wolken wordt gezien,
15
dan gedenk ik mijn verbond
tussen mij en jullie en alle levende wezens, al wat leeft,
dan zal het niet nog eens gebeuren
dat het water wordt tot een vloed om alle levende wezens op aarde te verdelgen.
16
Dan komt de boog in de wolken,
en ik zie die om te gedenken het eeuwige verbond
tussen God en alle levende wezens en alle vlees, dat op de aarde is.
17 God zei tegen Noach:
Dit is het teken van het verbond
tussen mij en alle vlees op aarde.

1vertaling door Joop Zuur