+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Nehemia
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 38 %
Neh. 3
3:33 Het geschiedde echter 1)
toen Sanballat hoorde
dat wij de muur aan het [her]bouwen waren
dat hij in woede ontstak
en zeer ontstemd raakte.
Hij bespotte de Judeeërs
34 en zei ten overstaan van zijn broeders en de legermacht van Samaria,
hij zei:
Wat zijn die ellendige Judeeërs aan het doen?
willen zij [de muur] voor zich herstellen?
willen zij offeren?
willen zij [de muur] vandaag nog voltooien?
willen zij de stenen uit de puinhopen weer tot leven brengen?
die zijn toch verbrand?!
35 En Tobia, de Ammoniet, [stond] naast hem
en zei:
Hoe zij ook bouwen
als er een vos tegen opspringt
breekt hij hun stenen muur af.

36
Hoor, onze god,
hoe zijn wij tot mikpunt geworden!
Doe hun smaad op hun hoofd terugvallen
en geef hen over ter plundering in een land van gevangenschap.
37
Dek hun ongerechtigheid niet toe
en laat hun zonde niet van voor uw aangezicht worden uitgewist
want zij hebben [u] gekrenkt [door hun houding] tegenover de bouwlieden 2).

38 Wij echter [her]bouwden de muur
en de hele muur werd samengevoegd tot zijn halve hoogte
[want] het volk had het lef om [het] te doen.

1vertaling door J W Mazurel
2De bouw van de muur is reden van Sanballats ontstemming en houding (4:1). Het hier herhaalde werkwoord (כּﬠס) maakt duidelijk dat ook God redenen heeft om gekrenkt/ontstemd te zijn.