+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Jesaja
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 37 %
Jes. 8
8:11 Want zo heeft JHWH tot mij gezegd 1)
bij het vatten van m’n 2) hand,
toen hij mij aanspoorde
niet te gaan in de weg van dit volk,
aldus:
12
Jullie moeten niet “een samenzwering!” zeggen
tegen alles waarvan dit volk “een samenzwering!” zegt
en zijn vrees niet vrezen,
noch huiveren.
13
JHWH der Legerscharen -
hèm moet je heiligen
híj moet jullie vrees zijn,
híj jullie huivering.
14
Hij zal tot heiligdom zijn,
en tot steen des aanstoots,
tot struikelblok,
voor de twee huizen van Israël;
tot valstrik en tot vangnet
voor de inwoner van Jeruzalem.
15
Velen van hen zullen struikelen
en vallen en zich stuklopen,
verstrikt raken en gevangen worden.

23 Zoals de eerdere tijd smaad bracht 3)
voor het land Zebulon en het land Naftali,
brengt de latere tijd eer over de weg aan de zee,
(het land) aan de overkant van de Jordaan,
het Galilea van de volkeren.

1vertaling van Wim Vroom
2letterlijk: de hand
3Vertaling van Pieter Lugtigheid.