+
+ Oude Testament
+ Deuterocanonieke boeken
+ Nieuwe Testament |
|
5:1 |
Weest 1) dan navolgers van God als geliefde kinderen.
|
2 |
En wandelt in liefde,
zoals ook de Gezalfde ons liefhad
en zichzelf overgegeven heeft ter wille van ons
Als een gave en een offer
Gode tot een welriekende geur.
|
15 |
Ziet 2) 3) dus nauwkeurig in
hoe jullie rondwandelen,
niet als onwijzen maar als wijzen,
|
16 |
het beste gebruikmakende van het moment 4)
want de dagen zijn slecht 5).
|
17 |
Daarom weest niet dwaas
maar begrijpt wat de wil van de Heer is.
|
18 |
En raakt niet dronken van wijn 6),
waarin bandeloosheid 7) is
maar raakt vervuld met de Geest,
|
19 |
spreekt onder elkaar in psalmen 8)
en hymnen
en geestelijke liederen 9),
zingend en muziekmakend naar het hart van de Heer,
|
20 |
dank zeggend 10) altijd en voor alles
in de naam van onze Heer Jezus Christus
tot onze God en Vader. |
1 | vertaling van Jaap Goorhuis |
2 | Vertaling van Kees Meijer. De werkwoorden in deze perikoop staan vaak in de imperatief, tweede persoon meervoud. |
3 | Letterlijk van het woord voor zien. Louw, Nida brengen het onder bij een betekenis-groep voor ‘leren’. Ik kies daarom voor ‘inzien’. |
4 | καιρός, (juiste) tijd/moment/ogenblijk |
5 | πονηρός. Louw, Nida: slecht/immoreel, Liddell, Scott, Jones Greek-English Lexicon: moeizaam, onder druk door gezwoeg |
6 | zie
Spreuken 23: 31 |
7 | ἀσωτία, spilzucht, Louw,Nida: roekeloosheid |
8 | Zie ook
Kolossenzen 3:16 |
9 | of op zijn engels: spirituals |
10 | εὐχαριστέω, dank brengen/zeggen |
|