1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 19 %
|
37:1 |
De hand van JHWH kwam over mij. 1)
Hij deed mij in de geest naar buiten gaan
en zette mij neer in het midden van een dal.
Dat was vol beenderen.
|
2 |
Hij deed mij daaromheen voorbijtrekken
en zie: er waren zeer velen op het oppervlak van het dal.
En zie: ze waren zeer verdord.
|
3 |
Hij zei tot mij:
Mensenzoon, kunnen deze beenderen [weer] leven?
Ik zei:
Heer JHWH, U weet het.
|
4 |
Hij zei tot mij:
Profeteer over deze beenderen en zeg tot hen:
`Jullie dorre beenderen, hoor het woord van JHWH.
|
5 |
Zo spreekt de Heer JHWH tot deze beenderen:
Zie, ik breng [levens]geest in jullie
en jullie zullen [weer] leven.
|
6 |
Ik leg spieren op jullie,
laat vlees over jullie heen groeien
en bedek jullie met huid.
[Levens]geest geef ik in jullie
en jullie zullen [weer] leven
en weten dat ik JHWH ben.´
|
7 |
Ik profeteerde zoals mij geboden was
en zodra ik geprofeteerd had er kwam er een geluid
en zie, een aardbeving.
En de beenderen kwamen naar elkaar toe,
been aan been.
|
8 |
Ik zag
en zie, er [kwamen] spieren op,
met vlees eroverheen
en huid bedekte hen.
Maar [levens]geest was er niet in hen. 2)
|
9 |
Hij zei tot mij:
Profeteer tot de geest,
profeteer, mensenzoon,
en zeg tot de geest:
'Zo zegt de Heer JHWH:
Kom van de vier windrichtingen van de geest, o geest
en blaas in deze gedoden,
dat ze [weer] leven!'
|
10 |
Ik profeteerde zoals Hij mij geboden had,
de geest kwam in hen,
ze leefden
en gingen op hun voeten staan,
een zeer grote macht.
|
11 |
Hij zei tot mij:
Mensenzoon,
deze beenderen zijn heel huize Israël.
Zie, zij zeggen:
`Onze beenderen zijn verdord,
en onze hoop is verloren.
Het is met ons gedaan!´
|
12 |
Daarom, profeteer en zeg tot hen:
`Zo zegt de Heer JHWH:
Zie, ik open jullie graven
ik doe jullie omhoogkomen uit jullie graven, mijn volk,
en laat jullie naar Israëls grond komen.
|
13 |
Dan zullen jullie weten dat ik JHWH ben,
als ik jullie graven open
en jullie omhoog doe komen uit jullie graven, mijn volk.
|
14 |
Ik zal in jullie mijn [levens]geest geven,
en jullie zullen leven.
Ik zal jullie rust verschaffen op jullie grond.
Dan zullen jullie weten
dat ik, JHWH, heb gesproken en het zal doen
— uitspraak van JHWH.´ |