|
2:5 |
Weest 1) vervuld waar ook Christus Jezus van vervuld was.
|
6 |
Hij was gestalte van God
maar heeft het niet als een voorrecht gekoesterd,
aan God gelijk te zijn
|
7 |
maar heeft er afstand van gedaan,
nam slaafgestalte aan;
hij was een mens gelijk
en in houding een mens gebleken
|
8 |
vernederde hij zichzelf
onderworpen geworden totterdood
de dood van het kruis.
|
9 |
Daarom ook heeft God hem verhoogd
en heeft hem de naam gegeven
die boven elke naam is.
|
10 |
Opdat bij de naam van Jezus
elke knie zou buigen,
in de hemelen, op aarde en onder de aarde
|
11 |
en elke tong zou belijden:
Heer (is) Jezus Christus
tot eer van God de vader. |