+
+ Oude Testament
+ Deuterocanonieke boeken
+ Nieuwe Testament |
|
6:9 |
Wij 1) nu zijn overtuigd 2)
van iets beters in betrekking met jullie,
geliefden:
jullie hebben deel aan de redding,
zelfs terwijl we zo (streng) spreken.
|
10 |
Want God is niet zo oneerlijk 3)
dat Hij over het hoofd ziet 4)
de daden en de liefde
die jullie hebben gedemonstreerd 5) voor zijn naam,
de diensten 6) die jullie de heiligen hebben bewezen 7),
en nog steeds bewijzen 8).
|
11 |
Wij verlangen ernaar
dat ieder van jullie dezelfde ijver blijft demonstreren 9)
tot verwezenlijking van de hoop
tot aan het einde toe,
|
12 |
opdat jullie niet lui 10) worden
maar navolgers van hen die
door geloof en geduld
erfgenamen werden van de beloften. |
1 | vertaling van Kees Meijer |
2 | Bijna alle vertalingen halen het slot van dit vers naar voren. Dat laat het verband met de voorafgaande vermaningen zien, maken dat wat milder. Ik laat het echter achteraan staan: dan komt de overtuiging van iets beters veel meer in de aandacht te staan. |
3 | Het staat er echt: onrechtvaardig, oneerlijk! |
4 | ἐπιλανθάνομαι: negeren, over het hoofd zien, vergeten. |
5 | ἐνδείκνυμι: tonen, markeren, demonstreren. Misschien wat te modern, maar het laat wel de tegenstelling zien met wat er verweten worden in de veren die aan deze verzen vooraf gaan. |
6 | Diakonia!! |
7 | Aoristus |
8 | Presens |
9 | De keuze voor dezelfde vertaling als in het voorgaande vers. |
10 | νωθρός: lui, sloom - in de zin van: langzaam en apathisch - traag |
|