+
+ Oude Testament
+ Deuterocanonieke boeken
+ Nieuwe Testament |
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 13 %
|
8:4 |
U zult tegen hen zeggen: zo zegt JHWH: 1)
Zullen ze vallen en niet opstaan?
Wanneer zij zich (van mij) afkeren niet omkeren?
|
5 |
Waarom is dit volk onbekeerlijk,
Jeruzalem durende onbekeerlijkheid?
Zij houden vast aan bedrog en weigeren om te keren.
|
6 |
Ik heb het opgemerkt en ook gehoord;
Zij spreken niet rechtuit
en niemand berouwt zijn kwaad.
Dat men zou zeggen: wat heb ik gedaan?
Op een draf keren allen zich af
als een paard dat zich in de strijd stort.
|
11 |
Zij trachten de breuk van de dochter van mijn volk op zijn lichtst te genezen, door te zeggen:
Vrede! vrede!,
terwijl er geen vrede is. |
1 | vertaling van Wout van der Spek |
|