|
11:1 |
Er zal een scheut voortkomen uit de boomstronk van Isaï 1)
en een twijg uit zijn wortel zal vrucht dragen.
|
2 |
De geest van JHWH zal daarop rusten
geest van wijsheid en inzicht
geest van strategie en van macht
geest van kennis van en ontzag voor JHWH.
|
3 |
Zijn plezier ligt in het ontzag voor JHWH:
niet naar wat zijn ogen zien zal hij richten
en niet naar wat zijn oren horen zal hij [de zaken] rechtzetten.
|
4 |
Met gerechtigheid zal hij de geringen richten,
met billijkheid zal hij [de zaken] rechtzetten voor de armen van het land.
Hij zal het land slaan met de roede van zijn mond
en met de geest van wat zijn lippen [zeggen] zal hij de schurk doden.
|
5 |
Gerechtigheid zal de doek 2) om zijn heupen zijn
en trouw de doek om zijn lendenen.
|
6 |
De wolf zal bij het lam verblijven
en de panter zal bij het bokje neerliggen.
Kalf en leeuwenjong en mestvee [zijn] tezamen,
en een kleine jongen zal ze leiden.
|
7 |
De koe en de berin zullen grazen,
samen zullen hun jongen neerliggen
en de leeuw — 3) als het rund zal hij stro eten.
|
8 |
Dan zal een baby spelen bij het hol van een slang
en naar het nest van een gifslang zal een kleuter zijn hand uitstrekken.
|
9 |
Zij zullen geen kwaad doen en geen verwoesting aanrichten
op heel mijn heilige berg;
want vol zal de aarde zijn van het kennen van JHWH
zoals de wateren de zee[bodem] bedekken.
|
10 |
En het zal geschieden op die dag
dat de wortel van Isaï
— die staat als een banier voor de volkeren —
gezocht zal worden door de natiën
en zijn rustplaats 4) zal heerlijk zijn. |