+
+ Oude Testament
+ Deuterocanonieke boeken
+ Nieuwe Testament |
|
49:6 |
hij zegt: 1)
Te gering is het dat je mij tot knecht zou zijn
om de stammen van Jakob [weer] op te richten
en hen die van Israël bewaard bleven te laten terugkeren.
Ik maak je tot een licht voor de naties
opdat mijn bevrijding reikt tot het einde van de aarde.
|
1 | Narratief. Hier vertaald met praesens, in vervolg op vs 5a [qatal, performatorisch]. |
|