|
12:12 |
De 1) volgende morgen is de grote menigte
gekomen voor het feest 2).
Zij horen:
Jezus komt naar Jeruzalem 3),
|
13 |
Zij nemen de palmtakken 4) van de palmen 5)
gaan uit, hem tegemoet
en ze hebben geschreeuwd:
Hosanna!
Gezegend hij die komt in naam van de Heer!
De koning van Israël! 6)
|
14 |
Maar Jezus 7) vindt 8) een ezeltje 9).
Hij gaat daarop zitten, zoals is geschreven:
|
15 |
Vrees niet, dochter van Sion 10),
zie, je koning komt,
gezeten op het veulen van een ezel 11)!
|
16 |
Dit herkennen zijn leerlingen eerst niet,
maar, wanneer Jezus wordt verheerlijkt,
herinneren zij
dat deze dingen over hem zijn geschreven 12)
en dat ze deze dingen voor hem hebben gedaan.
|
17 |
De menigte gaat getuigen,
die bij hem was
toen hij Lazarus heeft geroepen
uit de graftombe
en hem opwekte uit de doden 13).
|
18 |
Daarom komt de menigte hem ook tegemoet,
omdat ze horen dat hij dit teken heeft gedaan.
|
19 |
Maar de Farizeeërs zeggen tegen elkaar:
Zie je wel? Men bereikt niets.
Kijk, de hele wereld gaat achter hem aan.
|
20 |
Er waren enkele Hellenen 14) onder hen die opgaan
om te aanbidden op het feest 15).
|
21 |
Die nu, komen bij Filippus,
- die van Bethsaida in Galilea.
Zij hebben hem gevraagd
en gezegd:
Heer, wij willen Jezus zien! 16)"
|
22 |
Filippus komt
en zegt het Andreas;
Andreas en Filippus 17) komen
en zeggen het Jezus.
|
23 |
Maar Jezus antwoordt hen en zegt:
Gekomen is het uur 18)
dat de zoon van de mens verheerlijkt wordt 19).
|
24 |
Amen, amen, ik zeg jullie:
als de graankorrel niet in de aarde valt
en sterft
dan blijft hij alleen.
Maar als hij sterft
draagt hij veel vrucht.
|
25 |
Wie 20) zijn leven liefheeft
verliest het,
maar wie zijn leven haat in deze wereld,
bewaart het voor het leven van de Eeuwige.
|
26 |
Wanneer iemand mij dient,
moet hij mij volgen
en waar ik ben
daar zal ook mijn dienaar zijn;
indien iemand mij dient
zal de vader hem eren.
|
27 |
Nu is mijn leven in moeite,
maar wat moet ik zeggen?
‘Vader, bevrijd mij uit dit uur?’
Maar daarom ben ik in dit uur gekomen!
|
28 |
Vader, verheerlijk jouw naam!
Er kwam een stem uit de hemel:
Ik heb hem verheerlijkt
en ik zal hem opnieuw verheerlijken.
|
29 |
De schare die daar stond en dat hoorde zei:
Er was een donderslag!
Anderen zeiden:
Er heeft een bode tot hem gesproken.
|
30 |
Jezus reageerde en zei:
Niet vanwege mij was er deze stem,
maar vanwege jullie.
|
31 |
Nu gaat er een oordeel over deze wereld,
nu wordt de heerser van deze wereld uitgeworpen,
naar buiten.
|
32 |
En wanneer ik verhoogd zal worden van de aarde
zal ik allen naar mij toe trekken.
|
33 |
Dat zei hij om aan te duiden welke dood hij zou sterven. |