+
+ Oude Testament
+ Deuterocanonieke boeken
+ Nieuwe Testament |
|
15:21 |
En 1) daarvandaan komend,
week Jezus uit naar de (lands)delen van Tyrus en Sidon 2)
|
22 |
En zie, een Kanaänitische vrouw,
die uit die gebieden vandaan kwam,
schreeuwde:
Ontferm u over mij, Heer, zoon van David.
mijn dochter is kwaadaardig bezeten 3)
|
23 |
Hij antwoordde haar echter met geen woord.
Vervolgens kwamen zijn leerlingen naar hem toe
en vroegen hem:
Verlos haar dan 4)
want zij schreeuwt ons achterna.
|
24 |
Maar antwoordend sprak hij:
Ik ben tot niemand anders gezonden,
dan alleen de verloren schapen
van het huis van Israël.
|
25 |
Zij kwam evenwel, viel voor hem neer en zei:
Heer, help mij toch !
|
26 |
Maar hij gaf haar ten antwoord:
Het is niet goed het brood van de kinderen te nemen
en het de hondjes toe te werpen.
|
27 |
Zij echter zei:
Inderdaad, Heer, en toch eten ook de hondjes van de kruimels,
die van de tafel van hun heren vallen.
|
28 |
Toen antwoordde Jezus en sprak tot haar:
O vrouw, groot is je geloof.
Zoals je wilt, zal je gebeuren !
En haar dochter was genezen vanaf dat uur.
|
29 |
En zich vandaar verplaatsend,
kwam Jezus aan de zee van Galilea
en hij ging de berg op en zette zich daar neer.
|
30 |
En talrijke menigten kwamen op hem toe,
en met hen lammen, verminkten, blinden, stommen en vele anderen,
en zij wierpen hen aan zijn voeten.
En hij genas hen.
|
31 |
Zodat de menigte de wonderen zag:
stommen spraken, verminkten waren gezond,
en lammen wandelden en blinden zagen.
En zij verheerlijkten de God van Israel 5). |
1 | vertaling van Leen de Ronde |
2 | zie volkerentafel
Gen. 10:15, ook
Gen. 9:18 e.v. |
3 | wellicht een toespeling op Izebel, zie
1Kon. 16:19 e.v.en
1Kon. 21 i.h.b.v.23-26 |
4 | laat haar gaan, - zie ook v.32 - ligt als vertaling meer voor de hand, maar gezien Jezus reactie in v. 24 vat hij het anders op |
5 | deze uitdrukking herinnert er aan dat Jezus hier nog altijd op heidens terrein, bij de volkerenzee, opereert. |
|