+
+ Oude Testament
+ Deuterocanonieke boeken
+ Nieuwe Testament |
|
21:33 |
Luistert 1) naar een andere gelijkenis.
Er was 2) een mens, heer des huizes,
zo iemand die een wijngaard plantte,
een muur 3) eromheen aanlegde
en er een perskuip 4) in uithakte, -
hij bouwde een toren
en verhuurde hem aan landbouwers
en ging weg van zijn volk 5).
|
1 | vertaling van Frans Wiersma |
2 | Niet zoals NBV “er was eens” dan wordt het een sprookje |
3 | φραγμός het afsluiten, (om)heining, scheidsmuur, hindernis Cf.
Ef. 2:14 |
4 | ληνός, zo ook in Op. 14:19,20 en Op. 19:15 (daar samen met de ijzeren staf uit
Ps. 2:9 ) als teken van het oordeel |
5 | ἀποδημέω letterlijk: weggaan van zijn volk, zo ook in
Mat. 25:15, de laatste gelijkenis van Jezus voordat hij aan zijn lijden begint, dus letterlijk van zijn volk weggaat. Zo ook in
Mar. 12:1 en
Luc. 15:13, 20:9, de wijngaard en de verloren zoon |
|