+
+ Oude Testament
+ Deuterocanonieke boeken
+ Nieuwe Testament |
|
3:13 |
Toen kwam 1) Jezus vanuit Galilea 2)
naar de Jordaan bij Johannes,
om door hem gedoopt te worden.
|
14 |
Maar Johannes hield hem tegen zeggend:
Ik heb het nodig 3) om door jou gedoopt te worden,
maar jij komt bij mij?
|
15 |
Jezus antwoordde en zei tegen hem:
laat 4) me nu begaan,
want zo is het betamelijk dat wij de gerechtigheid geheel vervullen.
En hij liet hem begaan.
|
16 |
Nadat Jezus gedoopt was,
steeg hij direct op uit het water;
en zie, de hemelen openden zich voor hem
en hij zag de geest van God
als een duif
op hem neerdalen.
|
17 |
En let op 5), een stem uit de hemel zei:
dit is mijn geliefde zoon,
in wie ik welbehagen 6) heb. |
1 | Het werkwoord παραγίνομαι is sterker dan alleen komen, het is komen met een bestemming. Het herhaalt het vers
Mat. 3: 1. Zo Johannes toen, zo Jezus nu. |
2 | vertaling van Keer Meijer |
3 | χρεία is een zelfstandig naamwoord dat in bijv.
Handelingen 6: 3 als `taak´ vertaald wordt. Maar vaak wordt het als `nodig zijn/hebben´ in het nederlands omgezet. |
4 | Laat me los / Laat me (be)gaan. |
5 | Er staat in het Grieks: zie. Het Engelse `behold´ is er dan een mooie vertaling van. Daarom hier maar, niet letterlijk en de herhaling doorbrekend, maar voor het `let op´ gekozen. |
6 | plezier hebben, zo zou je het werkwoord εὐδοκέω kunnen vertalen |
|