+
+ Oude Testament
+ Deuterocanonieke boeken
+ Nieuwe Testament |
|
9:9 |
En toen Jezus van daar verderging,
zag hij een mens 1) zitten bij het tolgebouw,
Mattheüs genaamd,
en hij zegt tegen hem:
“Volg mij!”.
Toen stond hij op,
hij volgde hem.
|
10 |
En het geschiedde 2),
toen hij aanlag in het huis –
ziedaar:
er waren veel tollenaars en zondaars gekomen,
ze lagen samen met Jezus en zijn leerlingen aan.
|
11 |
En toen de Farizeeën dit zagen,
zeiden ze tegen zijn leerlingen:
“Waarom 3) nu met die tollenaars en zondaars –
waarom eet jullie meester met hen?!”
|
12 |
Maar toen hij dat hoorde,
zei hij:
“Zij die het zelf wel kunnen 4) hebben geen geneesheer nodig,
maar juist zij die het slecht hebben...
|
13 |
Ga op weg,
leer maar eens wat dit wil zeggen:
‘Verbondenheid wil ik en geen slachtoffer’ [Hosea 6, 6]
Want ik ben niet gekomen
om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars...!” |
1 | De NBV kent het onderscheid tussen ‘mens’ en ‘man’ niet – vreemd... |
2 | De NBV laat ‘egeneto’ weer weg en verwisselt in de 2e helft ook onnodig deelwoord en hoofdwerkwoord (‘komen’ en ‘aanliggen’) |
3 | In de vraag lijken mij de accenten belangrijk: ‘dia ti’ : ‘waarom nu’; en lidwoord beklemtoond: ‘die’ (zo ook Naardense bijbel; NBV en Willibrordvertaling laten dit lidwoord weg) |
4 | ‘ischuontes’ niet ‘gezonde mensen’ (Naardense bijbel / Willibrordvertaling / NBV), maar de ‘sterken’, de kunners |
|