1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 10 %
|
27:12 |
JHWH zei tot Mozes: 1)
Ga de Abarim-berg op 2)
zodat je het land kunt zien
dat ik de kinderen van Israël geef.
|
13 |
Wanneer jij het hebt gezien
zul je met je [overleden] volksgenoten verenigd worden 3)
ook jij
zoals je broer Aäron [ermee] verenigd is,
|
14 |
omdat jullie in de Sin-woestijn tegen mijn woorden 4) in opstand zijn gekomen
toen de gemeenschap rebelleerde
toen jullie mij voor hun ogen bij het water moesten heiligen
te weten het water van Meribat-Kades [Rebellie te Kades]
in de Sin-woestijn.
|
15 |
Mozes sprak tot JHWH
|
16 |
Laat JHWH, de god van de levensadem in al wat leeft,
iemand aanstellen over de gemeenschap,
|
17 |
die voor hen uit uittrekt
en die voor hen uit binnenkomt,
die hen doet uittrekken
en die hen [weer] binnenbrengt
zodat de gemeenschap van JHWH niet is als kleinvee
dat geen herder heeft.
|
18 |
JHWH zei tot Mozes:
Neem Jozua de zoon van Nun
een man in wie de geest is
en leg hem de handen op. 5)
|
19 |
Laat hem plaatsnemen voor de priester Eliazar
en voor de hele gemeenschap
en draag voor hun ogen het bevel aan hem over.
|
20 |
Laat hem delen in jouw autoriteit
opdat de hele gemeenschap van de kinderen van Israël naar hem luistert.
|
21 |
Voor de priester Eliazar moet hij plaatsnemen
die moet hem voor het aangezicht van J HWH ondervragen
op de uitkomst van de orakelraadpleging.
Op zijn bevel zullen ze uittrekken
en op zijn bevel zullen ze [weer] binnenkomen, 6)
hij en alle kinderen van Israël met hem:
de hele gemeenschap.
|
22 |
Mozes deed zoals JHWH hem bevolen had.
Hij liet Jozua plaatsnemen voor Eliazar de priester
en voor de hele gemeenschap.
|
23 |
Hij legde hem de handen op
en droeg het bevel aan hem over
zoals JHWH door bemiddeling van Mozes gesproken had. |