|
19:1 |
Daarna 1) hoorde ik iets als een grote stem van een talrijke schare in de hemel zeggend:
halleluia, de bevrijding en de eer en de sterkte van zijn van onze God,
|
2 |
want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen;
want Hij heeft de grote hoer geoordeeld
die de aarde verwoestte met haar hoererij
en Hij heeft het bloed van zijn dienaren opgeëist uit haar hand.
|
3 |
En voor de tweede keer zeiden zij: halleluia!
En haar rook stijgt op tot in de eeuwen der eeuwen.
|
4 |
En neervielen de vierentwintig oudsten,
en de vier dieren en zij aanbaden God, gezeten op de troon, zeggend:
amen, halleluia.
|
5 |
En een stem ging uit van de troon:
Looft onze God, alle zijn dienaren
en allen die hem vrezen, de kleinen en de groten.
|
6 |
En ik hoorde iets als een stem van een talrijke schare
en als een stem van vele wateren
en als een stem van machtige donderslagen:
halleluia, want onze God die het al beheerst
is koning geworden!
|
7 |
Laten wij ons verheugen en juichen
en laten wij hem de eer geven
want gekomen is de bruiloft van het lam
en zijn vrouw heeft zich gereed gemaakt.
|
8 |
En haar is gegeven zich te kleden in fijn linnen,
blinkend, smetteloos
want het linnen bestaat uit de rechtvaardige daden van de heiligen.
|
9 |
En hij zegt tegen mij: schrijf, zalig die genodigd zijn
tot de maaltijd van het lam.
En hij zegt tegen mij: dit zijn de waarachtige woorden van God. |