|
15:1 |
Wij 1) - de machtigen - zijn verplicht mee te tillen 2),
aan de zwakheden van de onmachtigen
en niet onszelf te gerieven -
|
2 |
laat ieder van ons de naaste gerieven 3),
ten goede, om (het huis) op te bouwen.
|
3 |
Want ook de Christus is niet zichzelf komen gerieven,
maar het was zoals geschreven is:
alle smaad van hen die U smaden 4),
die is over mij heen 5)gevallen 6)
|
4 |
Want alwat voorheen geschreven is -
om ons te onderrichten is het geschreven,
zodat wij door de volharding en de bemoediging
van deze geschriften de hoop zouden hebben.
|
5 |
De God van de volharding en de bemoediging moge u 7)geven
dat u op hetzelfde bedacht bent onder elkaar,
overeenkomstig Christus Jezus,
|
6 |
zodat u gelijkgericht, met één mond,
de God en Vader van onze Heer Jezus Christus eert.
|
7 |
Daarom: aanvaard elkaar,
zoals ook de Christus u aanvaard heeft –
tot eer van God!
|
8 |
Want dit zeg ik:
Christus is een dienaar van de besnijdenis 8)geworden
- vanwege de waarachtigheid van God - 9),
om de beloften aan de vaders-en-moeders te bevestigen 10),
|
9 |
zodat de heidenen
- vanwege Zijn barmhartigheid – 11),
God gaan eren,
zoals geschreven is:
Daarom zal ik U danken onder heidenen,
en Uw Naam bezingen. 12)
|
10 |
En verder 13)zegt hij:
Wees vrolijk, heidenen, samen met Zijn volk! 14)
|
11 |
En verder:
Loof J HWH, alle heidenen,
en laten alle volken Hem prijzen! 15)
|
12 |
En verder zegt Jesaja: 16)
Het zal geschieden 17):
de wortel van Jesse die zal opstaan
om te regeren over heidenen,
op hem zullen heidenen hopen 18).
|
13 |
De God van de hoop moge u vervullen
met alle vreugde en vrede in het geloven 19),
om overvloedig te zijn in de hoop
in de kracht van de heilige Geest. |