+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Jeremia
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 13 %
Jer. 9
9:2 Zij gebruiken hun tong als een boog om leugens weg te schieten 1)
en onbetrouwbaar regeren zij het land.
Van kwaad tot erger kwaad treden zij op.
ja, mij kennen ze niet- sprake van JHWH.
3 Laat ieder op zijn hoede zijn voor zijn metgezel
en laat men geen enkele broeder vertrouwen.
want iedere broeder is een aartsbedrieger.
en iedere metgezel gaat rond om kwaad te spreken.
4 Ieder leidt zijn metgezel om de tuin
en betrouwbaar spreken zij niet.
Zij hebben hun tong geleerd leugens te spreken
en zij vermoeien zich met draaierij.

8 Zou ik hen om deze dingen niet bezoeken, - sprake van JHWH
of op een volk als dit mij niet wreken?
9 Over de bergen hef ik wenend een treurzang aan
over de vlakten der woestijn een klaaglied.
Want zij zijn doods geworden zo zonder reizigers.
Men hoort geen geblaat van het kleinvee meer.
Van de vogels des hemels tot het grootvee aan toe
is men op de vlucht geslagen en weggegaan.

22 Zo zegt JHWH:
De wijze moet niet roemen op zijn wijsheid
de sterke moet niet roemen op zijn sterk zijn
de rijke moet niet roemen op zijn rijkdom.
23 Maar wie roemt moet hierop roemen:
Het inzicht hebben Mij te kennen,
dat Ik JHWH ben die liefde doe en recht en gerechtigheid op aarde.
Want in die dingen heb ik behagen, sprake van JHWH.

1vertaling van Wout van der Spek