Home
Welkom bij deze Website van de Dirk Monshouwer Stichting
Hier verschijnt een integrale vertaling van de Bijbel.
Veel van deze vertalingen zijn afkomstig van schriftlezing.nl
De laatste toevoeging:
Marcus
| |
1:1 | Begin 1) van het evangelie van Jezus Christus.
|
2 | Zoals geschreven staat in Jesaja de profeet:
|
3 | |
4 | En het geschiedde:
Johannes doopte in de woestijn, en verkondigde een doop van bekering tot vergeving van zonden; |
5 | en heel het Judese land
trok naar hem uit - ook de Jeruzalemmers allemaal - en lieten zich dopen door hem in de rivier de Jordaan, onder het belijden van hun zonden; |
6 | en Johannes was gekleed in kamelenhaar,
en een leren gordel had hij om zijn middel, en hij at sprinkhanen en wilde honing; |
7 | en hij verkondigde en zei:
Na mij komt hij die sterker is dan ik,
ik, die niet geschikt ben om te bukken en de riem van z'n sandalen los te maken; |
8 | ik doopte jullie met water
hij zal jullie dopen met heilige geest. |
9 | En het geschiedde in die dagen:
Jezus kwam van Nazareth van Galilea en werd gedoopt in de Jordaan door Johannes, |
10 | en direct toen hij uit het water opkwam
zag hij de hemelen zich scheuren en de geest als een duif neerdalen op hem. |
11 | En het geschiedde:
een stem uit de hemelen [die zei] 5): jij bent mijn zoon, de geliefde,
in jou heb ik welbehagen. |
12 | En 6) gelijk 7) drijft 8) de geest hem uit naar de woestijn.
|
13 | En hij was veertig dagen in de woestijn,
(waar) hij verzocht werd door de satan, en hij was bij de wilde dieren en de engelen dienden hem. |
14 | Nadat 9) Johannes in hechtenis was genomen 10)
ging Jezus naar Galilea 11) om het Evangelie van God te verkondigen. 12) |
15 | Hij zei:
|
16 | En toe Hij langs het Meer van Galilea kwam
zag Hij Simon en Andreas, de broer van Simon 16) terwijl zij netten in het meer wierpen, 17) want zij waren vissers. |
17 | En Jezus zei tegen hen:
|
18 | En terstond lieten zij de 20) netten achter
en volgden Hem. 21) |
19 | En toen Hij nog even verder doorgelopen was
zag Hij Jacob de zoon van Zebedeüs en Johannes, zijn broer, in de boot bezig met de netten. |
20 | En terstond riep Hij hen:
en zij lieten hun vader Zebedeüs achter in de boot met zijn knechten en zij vertrokken 22) achter Hem aan. |
21 | En 23) zij gingen 24) Kapernaüm in.
En direct 25) ging 26) hij op de sabbatdagen de synagoge in en leerde 27). |
22 | En zij verbaasden zich 28) over zijn leer,
want hij was hen aan het leren 29) als gezaghebbend 30) en niet zoals de schriftgeleerden. |
23 | En al snel 31) was er
in hun synagoge een mens 32) met een onreine geest luidkeels aan het roepen 33): |
24 | |
25 | Maar Jezus bestrafte 36) hem:
|
26 | En de onreine geest schudde hem door elkaar 38)
en met een enorm geschreeuw 39) ging hij uit hem weg. |
27 | Allen verwonderden zich 40)
zodat ze met elkaar in discussie gingen 41): Wat is dat toch?
Een nieuwe leer met gezag! Zelfs de onreine geesten geeft hij bevelen, en zij gehoorzamen hem. |
28 | En het gerucht over hem ging direct 42) rond
overal in de hele omgeving van Gallilea 43) |
29 | En 44) meteen 45) waren ze eruit gegaan, de synagoge uit,
ze kwamen in het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. |
30 | Maar de schoonmoeder van Simon lag neer 46), met vurige koorts 47),
en meteen praten ze met hem over haar. |
31 | En hij kwam naar haar toe,
hij wekte haar op 48) door haar hand te grijpen. En de koorts verliet haar, en zij diende hen 49). |
32 | Het was avond geworden -
toen de zon was ondergegaan, brachten ze bij hem allen die er slecht aan toe waren en door demonen bezeten. |
33 | En heel die stad was er,
verzameld bij de deur. |
34 | En hij genas velen die er slecht aan toe waren,
door allerlei ziektes, en veel demonen gooide hij eruit, en hij liet niet toe dat de demonen spraken - omdat ze van hem wisten... |
35 | En heel vroeg, in de nacht nog, was hij opgestaan,hij ging eruit,
hij ging weg naar een woestijnplaats en daar was hij aan het bidden. |
36 | En Simon achtervolgde hem,
met hen die bij hem waren, |
37 | en ze vonden hem,
en dan zeggen ze tegen hem: Allemaal zoeken ze u...!
|
38 | En hij zegt tegen hen:
Laten we ergens anders heen gaan,
naar de naburige dorpen en steden, dan kan ik ook daar verkondigen; want daarvoor ben ik erop uitgegaan...! |
39 | En zo kwam hij om te verkondigen in hun synagogen,
in heel Galilea, om de demonen eruit te gooien. |
40 | Er 50) kwam een melaatse 51) tot hem
die hem dringend 52) om hulp vroeg [waarbij hij knielde] en tot hem zei: als u wilt kunt u mij rein maken 53).
|
41 | Diep geroerd 54) strekte hij de hand uit,
raakte hem aan 55) en zei tot hem: ik wil het, word rein.
|
42 | En meteen 56) verdween de melaatsheid van hem
en werd hij rein. |
43 | Toen viel hij stevig tegen hem uit,
en stuurde hem meteen weg. |
44 | Hij zei tot hem:
Zie toe dat je niemand iets zegt,
maar ga, toon jezelf aan de priester 57) en offer voor je reiniging wat Mozes verordend heeft als getuigenis voor hen. |
45 | Maar toen hij 58) weggegaan was
begon hij overal te roepen en het woord 59) bekend te maken, zodat hij 60) niet meer openlijk een stad kon binnengaan, maar buiten moest blijven, op verlaten plaatsen. Toch bleef men naar hem toe komen, van alle kanten. |
1 | vertaling van Klaas Eldering |
2 | Vgl. Mal. 3:1 |
3 | Vgl. Jes. 3:1 |
4 | Vgl. Joh. 1:23 |
5 | Vgl. Ps. 2:7, Jes. 42:1 |
6 | vertaling van Kees Meijer |
7 | gr.: euthus: terstond, direct, dadelijk, gelijk. Het woord dat de haast laat zien van de dingen die direct na elkaar gebeuren; een kenmerkend woord bij Marcus. |
8 | presens |
9 | vertaling van Peter Crom |
10 | Mat. 4:12 (Luk. 4:14), Mar. 6:17 |
11 | Joh. 4:1-3, (43-46a) |
12 | Mat. 4:17 |
13 | Gal. 4:4 |
14 | Dan. 7:22, Tob. 14:5 |
15 | Mar. 8:35 ; 10:29; 13:10, Mat. 24:14 |
16 | 16-20: Mat. 4:18-22, Luk. 5:1-11 |
17 | (tov. Joh. 1:35-51 ) |
18 | 2Kon. 6:19 |
19 | ( Jer. 16:16 ) Ez. 47:10, Mat. 13:47 v |
20 | Sommige handschriften hebben ‘hun netten’. |
21 | Mar. 10:28 |
22 | Sommige handschriften hebben: ‘volgden Hem’. |
23 | vertaling van Kees Meijer |
24 | grieks: eisporeuomai: binnengaan |
25 | grieks: euthus. Het woord komt in Marcus 41 maal voor; in LXX 4 keer, in de rest van het tweede testament 11 maal. Marcus is het evangelie van de grote haast. |
26 | grieks: eisergomai: binnengaan, binnenkomen |
27 | Oussoren: onderricht gaan geven. |
28 | grieks: ekplessoo: verbazen, verwonderen. Willibrord: ze waren geestdriftig |
29 | Mijn keuze was het om het letterlijke 'hij was ... hen lerende' te vertalen als 'hij was hen aan het leren' ipv het gebruikelijke 'hij leerde hen'. |
30 | Oussoren: met volmacht. Gezaghebbend staat voor mijn gevoel dichter bij het Griekse: gezag hebbende. |
31 | hier het Griekse 'euthus' als 'al snel' vertaald, waar ik in vers 21 nog voor 'direct' koos: direct waarna? Na de sabbatdagen of na de verbazing? |
32 | Oussoren voegt direct na dit 'mens' het woord 'behept' toe |
33 | voor het niet zo mooie, letterlijke 'er was een mens/man en hij riep luidkeels'. Oussoren: 'die krijst'. |
34 | het Griekse begin 'legoon/zeggende' is in het vorige vers al vertaald als een ':' |
35 | letterlijk vertaald: wat tussen ons en jou? |
36 | letterlijk: vermanen, bestraffen, commanderen |
37 | in het passief (zoals hier gebruikt wordt): zwijgen. In het actief: muilkorf omdoen/tot zwijgen brengen. Ik durfde niet te vertalen: 'Jezus commandeerde hem: muilkorf om en weg wezen!' |
38 | letterlijk: heen en weer trekken/schudden, stuiptrekken. De Willibrord koos ook voor het door elkaar schudden. Hoe moet je de actieve aoristus anders vertalen? 'De onreine geest stuip trok hem.'? En het gebruikelijke 'deed hem stuiptrekken' is wel erg mechanisch. |
39 | letterlijk: roepende met een grote stem |
40 | grieks: tambeoo: verbazen, verwonderen. Te vertalen als een synoniem van het woord in vers 22. Willibrord: Ontzetting greep aan |
41 | grieks letterlijk: discussiëren, disputeren, debatteren, argumenteren. Oussoren: 'dat zij bijna ruzie krijgen'. |
42 | derde maal in dit stukje in het grieks: euthus. Het gaat dus allemaal met veel haast. |
43 | Wat is de Willibrord vrij maar mooi: 'Als een lopend vuurtje ging zijn faam rond in heel Galilea' |
44 | vertaler is Harry Pals |
45 | de NBV vertaalt eerst 'euthus' met 'rechtstreeks' en laat het woord in 30 onvertaald |
46 | 'lag neer' - bijna zou ik vertalen 'was gevloerd' |
47 | 'koortsvuur' - zo NB |
48 | NBV maakt associatie met 'opwekken' onmogelijk: 'hielp haar overeind' (Willibrord beter: 'liet haar opstaan') |
49 | de NBV weet wat 'dienen' is: 'zorgen voor...'; Willibrord al niet beter: 'bedienen' |
50 | vertaler onbekend |
51 | Aan de 'huidvraat van de NBV kan ik niet wennen. Het gaat m.i. meer om het (maatschappelijk) stigma dan om de adequate diagnose van de ziekte van de man. 'Melaats' is dan geen verkeerde keuze |
52 | parakaleo - troosten, vermanen. Naar mijn gevoel drukt het w.w. hier intensiteit uit, zoals troost en vermaning altijd communicatie zijn van hart tot hart. Vandaar 'dringend' |
53 | Nota Bene, 'Het Boek' vertaalt hier 'genezen' - dán gaat het dus wél om de ziekte, en wordt het maatschappelijk stigma helemaal wegvertaald. 'Rein' is een sociale term, geen medische |
54 | De intensiteit van vs. 40 heeft diepe gevolgen |
55 | haptonomie! |
56 | vgl. vs. 43, maar ook 29, 30, en de voetnoot dáárbij van Harry Pals |
57 | lev 13:49 |
58 | de man? Marcus lijkt hier onduidelijk. Bewust? In leesrooster@yahoogroups.com schrijft Gert Knepper hierover: Met "auton" in 45b drukt de auteur uit dat het onderwerp van dat zinnetje een ander is dan de "ho" uit 45a. Nu is wel de vraag: wie is de "ho" uit 45a? Als 45b niet op Jezus zou slaan (maar op de ex-lepralijder, wat grammaticaal mogelijk is), dan moet 45a dus noodzakelijkerwijs wel op Jezus slaan. Ook dat is grammaticaal goed verdedigbaar, maar we krijgen dan dus de situatie dat de voormalige patiënt in 44 op het hart gedrukt krijgt niemand iets te vertellen; in 45 gaat Jezus evangeliseren en het verhaal (blijkbaar: de genezing) verbreiden (d.w.z. doen wat hij zijn patiënt uitdrukkelijk verboden had), met als resultaat dat de oud-leproos zich niet meer in de stad kan vertonen (waarom niet?) maar gedwongen is zich naar eenzame plaatsen te begeven, maar zonder enig resultaat want iedereen vindt hem daar toch wel. Grammaticaal allemaal volstrekt acceptabel, maar de opvatting met de genezene in de hoofdrol in 45a en Jezus in 45b is toch aanzienlijk logischer. Dat vertalingen "auton" in 45b met 'Jezus' weergeven is hun oplossing van een Nederlands probleem: voor een Griekse toehoorder is duidelijk dat "ho" (45a) en "auton" (45b) twee verschillende heren betreft; het Nederlands moet hier expliciteren. |
59 | NBV: 'wat er gebeurd was'. Daarmee gaat echter het sprekende karakter van het gebeurde verloren. Gezien het krachtige gebruik door Marcus van het woord logos elders kies ik voor 'woord' |
60 | Jezus (?) |