+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Lucas
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 64 %
Luc. 20:35,
20:35
maar zij die waard bevonden worden 1) aan dié tijd deel te hebben 2)
en aan de opstanding uit de doden,
huwen 3) noch trouwen 4);

1καταξιόω waardig achten, Luc. 20:35, 36 Hand. 5:41, 2Thes. 1:5; MNT: "gewürdigt wurden"
2τυχεῖν <- τυγχάνω treffen, raken: deel krijgen aan + gen; iets toevalligs
3γαμέω samenvatten, paren, huwen, ten huwelijk nemen, bruiloft vieren, gemeenschap hebben
4γαμίσκω latere vorm van γαμέω, synoniem voor ekgameoo (zoals in BYZ); ten huwelijk uitgeven, uithuwelijken; hapax; cf. Luc. 17:27