+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Micha
1 2 3 4 5 6 7 8 %
Mi. 5
5:1 Geschieden 1) zal het na deze dagen 2)
dat de berg van het huis van JHWH
geheid aan het hoofd van de bergen,
verheven boven de heuvels zal zijn -
volksstammen strómen erheen!
2 Naties in menigte gaan (daar) en zeggen:
Kom, we gaan òp
naar de berg van JHWH,
naar het huis van Jakobs God!
dat hij ons onderwijst op grond van zijn wegen
zodat wij kunnen gaan op zijn paden!
Ja, van Sion zal onderwijs uitgaan,
van Jeruzalem het woord van JHWH.
3 Rechtspreken zal hij tussen volken in menigte,
recht doen aan talrijke naties
tot in de verte!
Dan smeden zij hun zwaarden tot ploegscharen om,
hun speren tot snoeimessen;
Niet zal de ene natie tegen de andere (nog) het zwaard opheffen,
zij zullen (de) óórlog niet meer leren!
4 Maar ieder zal zitten
onder zijn wijnstok, onder zijn vijgeboom
zonder dat iemand (hem) beangstigt!
Ja, de mond van JHWH Zebaot 3) heeft gesproken!
5 (En) ja, al gaan alle volken
elk in de naam van zíjn god,
wíj zullen gaan in de naam van JHWH, onze God
voor altijd en eeuwig!

1vertaling van Karel Deurloo
2Het Hebr.woord voor ‘dag’, jom duidt niet ons abstracte begrip ‘tijd’ aan. Het hier gebruikte meervoud met het lidwoord ervoor (hajjamim) betekent zoveel als ‘de dagen van nu’.
3Men kan hier ‘Adonai Zebaot’ lezen of anders ‘de Heer der legerscharen’.