Schrift in Uitvoering
+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Deuteronomium
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 15 %
Deu. 11
Gods woorden horen en ze doen
11:18 Leg deze woorden van mij in je hart en in je ziel, 1)
bind 2) ze als een teken op je hand
en laat ze een kenteken 3) zijn tussen je ogen.
19 Leer ze je kinderen en spreek erover
als je in huis bent en als je onderweg bent
als je gaat slapen en als je opstaat.
20 Schrijf ze op de deurposten van je huis en in je poorten
21 opdat je dagen talrijk worden en de dagen van je kinderen
op de akkergrond
waarvan JHWH onder ede aan je vaderen beloofd heeft
die hun te geven zolang de hemel boven de aarde staat.
22 Want, indien je bewaart, ja bewaart heel dit gebod
dat ik jullie gebied om te doen:
JHWH, je god, lief te hebben
in al zijn wegen te gaan en aan hem vast te houden,
23 dan zal JHWH al deze volken voor je aangezicht verdrijven 4)
en je zult volken, groter en machtiger dan jij,
uit hun bezit verdrijven. 5)
24 Elke plaats die jullie voetzool zal betreden,
zal voor jullie zijn.
Van de woestijn tot de Libanon
en van de rivier, de rivier de Eufraat, tot aan de verste zee,
zal jullie gebied zijn.
25 Niemand zal standhouden voor je aangezicht.
Schrik en vrees voor jullie
zal JHWH, je god geven
over het aangezicht van heel het land waarheen je gaat,
zoals hij tot jullie gesproken heeft.
26 Zie, ik bied jullie vandaag zegen en vloek;
27 de zegen,
als je hoort naar de geboden van JHWH, je God,
die ik jullie vandaag gebied;
28 de vloek,
als je niet hoort naar de geboden van JHWH, je God,
maar afwijkt van de weg die ik jullie vandaag gebied
door andere goden achterna te gaan die je niet gekend hebt.

1vertaling door Jopie Siebert-Hommes
2qasjar, vastknopen, samenbinden, een samenzwering smeden.
3totpat, hoofdversiering, merkteken, kenteken. Zie Ex. 13,16 ; Deu. 6,8 .
4jarash (hif'il), verdrijven, in bezit nemen, laten verarmen.
5jarash (qal), onderdrukken, in bezit nemen, uit iemands bezit verdrijven.