+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Jeremia
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 13 %
Jer. 17
17:5 Zo zegt JHWH: 1)
Vervloekt is een ieder die op de mens vertrouwt
die zijn spieren 2) ziet als zijn kracht
en wiens hart afwijkt van JHWH.
6
Als een kale struik 3) in de steppe
merkt hij niet dat er iets goeds komt
en woont hij op dorre plekken in de woestijn,
verzilt land waar je niet kunt leven.
7
Gezegend is een ieder die op JHWH vertrouwt
ja, zijn vertrouwensbasis is JHWH.
8
Als een boom geplant aan water
slaat hij zijn wortels uit naar een waterstroom
merkt hij niet op dat er hitte komt
en blijft zijn loof fris.
In een jaar van droogte is hij niet bezorgd
en houdt niet op vrucht te dragen.

9
Bedrieglijk is het hart boven alles,
Onheelbaar 4) wie zal het kennen.
10
Ik, JHWH, ben iemand die 5) het hart doorzoekt
de nieren proeft
en dat om aan ieder te geven overeenkomstig zijn wegen,
overeenkomstig de vrucht van zijn werk.

11 Als een veldhoen dat eieren uitbroedt die het niet gelegd heeft,
zo is een ieder die rijkdom vergaart op onrechtmatige wijze.
Op de helft van zijn dagen zal hij die moeten achterlaten
en bij zijn einde zal hij als een dwaas gelden.

12 Troon der heerlijkheid, verheven vanaf het begin,
plaats van ons heiligdom,
13 de hoop van Israël, JHWH,
allen die u verlaten, zullen beschaamd worden.
Wie afwijken worden afgeschreven
omdat zij verlieten de bron van levend water, JHWH.
14 Genees mij, JHWH, dan zal ik genezen zijn.
Bevrijd mij, dan zal ik bevrijd zijn.
ja mijn lofzang bent U.

15 Kijk aan, zij zeggen tegen mij:
Waar blijft het woord van JHWH?
Laat het komen!
16 Ik heb me niet met haast onttrokken aan het herder zijn over u
en de dag van de gramschap niet begeerd.
U weet het,
wat van mijn lippen kwam, kende u zeker, JHWH.
17 Word toch niet mijn ondergang
u bent juist mijn toevlucht in slechte dagen.
18 Laten mijn achtervolgers beschaamd worden
maar laat mij niet beschaamd worden.
Laten zij de schrik krijgen
maar laat mij niet de schrik krijgen.
Breng over hen de kwade dag
en laat hen dubbel gebroken worden.

19 Zo zegt JHWH tot mij:
Ga in de poort staan van de kinderen van het volk
waardoor de koningen van Juda komen en gaan
en in al de poorten van Jeruzalem
en zeg tot hen:
20
“Hoort het woord van JHWH, u koningen van Juda en geheel Juda
en u, alle inwoners van Jeruzalem die door deze poorten binnen komen:
21
Zo zegt JHWH:
Houdt u eraan – het is van levensbelang –
dat u op de dag van de Sabbat geen goederen draagt
noch binnen brengt door de poorten van Jeruzalem.
22
En evenmin goederen naar buiten brengt uit uw huizen op de dag van de Sabbat
en geen enkele arbeid verricht.
U moet de dag van de Sabbat heiligen zoals ik uw vaderen geboden heb.”

23 Maar zij gaven geen gehoor en neigden hun oren er niet naar
zij weigerden hardnekkig gehoor te geven en zich te laten gezeggen.
24 Het zal zijn als zij werkelijk horen naar mij, - spreuk van JHWH -
door op de dag van de Sabbat
geen goederen door de poorten van deze stad binnen brengen
en de dag van de Sabbat te heiligen door daarop geen werk te doen,
25 dat dan door de poorten van deze stad koningen,
die op de troon van David zullen plaatsnemen,
met hun aanvoerders zullen binnenkomen
en rijden op wagens en paarden,
zij en hun aanvoerders,
de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem.
26 =Ja, dan zullen zij komen uit de steden van Juda,
de omstreken van Jeruzalem en uit het land Benjamin,
uit de laagvlakte, uit het gebergte en uit het zuiden
en brengen zij brandoffer, spijsoffer, maaltijdoffer en wierook.
Ook brengen zij lof in het huis van JHWH.

1De vertaling van vers 5-10 is met één uitzondering van de hand van Joep Dubbink
2Lett. vlees; is m.i. (JD) niet meer houdbaar. Tegelijk is het ook meer dan spierkracht, parafrase ‘wie zich op grond van zijn lichaamskracht sterk voelt’ (Evert v.d. Berg). Maar ‘Schepsel’ (Willibrord) is al behoorlijk ver van de tekst, om niet te spreken van ‘(zijn heil zoekt bij) wie sterven moeten’ (Groot Nieuws).
3hendiadys: vgl. Ps. 102,18 voor een homoniem dat etymologisch verwant kan zijn. Met dank aan Willibrord vert. Let op klankovereenkomst met volgende woord, steppe.
4JD vertaalde “rampzalig” met de noot: Een crux. Het woord komt weinig voor, spec. in Jer., (15:18; 17:16; 30:12) en moet iets als ongeneeslijk / rampzalig betekenen. HALOT wil נואש lezen, een nif. van יאש, wanhopen. Er valt ook te denken aan אנוש mens(je): is vertaling 'en de mens, wie zal hem kennen?' eigenlijk onmogelijk? Ik geef de voorkeur aan onheelbaar (WvdS)
5poging om het duratieve van het participium aan te geven.