+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Jesaja
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 37 %
Jes. 25:6-9
25:6 JHWH Tseva'ot zal op deze berg voor alle volken een feestmaal 1) aanrichten
een feestmaal met oude wijnen
met gerechten met merg bereid
en exquise 2) wijnen
7 Op deze berg ook zal hij de sluier 3) verslinden 4)
waarmee alle volken gesluierd 5) zijn
het web geweven over al de naties.
8 Verslinden zal 6) hij de dood voor eeuwig
en mijn heer JHWH zal de tranen van alle gezichten afvegen
ook zal hij de smaad zijn volk aangedaan van de hele aarde doen verdwijnen.
JHWH heeft gesproken.

9 Op die dag zal men zeggen:
Kijk, dat is onze god
onze hoop was op hem 7)
dat hij ons zou bevrijden.
Dit is JHWH
onze hoop was op hem.
Verblijden wij, verheugen wij ons
om de bevrijding door hem bewerkt.

1Vgl. Job 1,5 . Wildberger, BK X, 966: "Bei den שְׁמָנִים֙… ist kaum an Fleisch, sondern an Speisen, die mit viel Öl zubereitet werden, zu denken".
2Eigenlijk: wijnen die gefilterd zijn.
3Het woord 'aangezicht van' dat voor 'de sluier' staat is weggelaten. Vgl. voor de wending Job 41,5 (Ned. vert. v.4): NBG: "de zoom van zijn kleed", פְּנֵ֣י לְבוּשֹׁ֑ו (Delitzsch, Das Buch Jesaia, 4. Auflage [Leipzig, 1889]). De Naardense Bijbel heeft: 'het aanschijn van de sluier'; Buber/Rosenzweig: 'den Antlitzflor'.
4Dit werkwoord wordt ook in Jes. 19,3 ; Ps. 21,10 ; 55,10 voor god gebruikt. En vgl. 1 Kor. 15,54.
5I.p.v. לֹּ֥וט lezen velen לוּט, pt. pass. qal van de wortel לוּט gegeven de parallellie van v.7a en v.7b wel terecht ; vgl. 1 Sam 21,10.
6Als voortzetting van v.7 zal de waw waarmee dat vers begint ook hier van toepassing zijn.
7Vgl. 26,8.