Schrift in Uitvoering
+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Nehemia
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 38 %
Neh. 6
6:1 Het geschiedde, zodra Sanballat en Tobia en Gesem, de arabier
en de rest van onze vijanden te horen kregen
dat ik de muur herbouwd had
en dat er daarin geen bres meer over was
- al had ik op dat moment de deuren nog niet in de poorten gezet -
2 toen zond Sanballat met Gesem de boodschap:
Kom, laten we samen elkaar treffen te Kefirim 1) in het dal Ono.
Zij nu planden mij kwaad aan te doen.
3 Ik zond boodschappers naar hen toe om te zeggen:
Een groot werk ben ik bezig te verrichten.
Ik ben niet in staat af te dalen.
Waarom zou het werk stil liggen
als ik ervan zou aflaten
en zou afdalen naar jullie?
4 Zij zonden naar mij vier keer een boodschap van de zelfde strekking
En ik reageerde op de zelfde manier.
5 Toen zond Sanballat mij voor de vijfde keer een boodschap van de zelfde strekking
via zijn knecht, die een open brief bij zich had
6 Daarin stond geschreven:
Onder de naties valt te horen
- en Gesem 2) bevestigt het -
dat jij en de Judeeërs een opstand aan het plannen zijn;
dáárom zou jij bezig zijn de muur te herbouwen.
Jij zou koning over hen willen worden
- volgens deze woorden -
7
je zou profeten hebben aangesteld
die over jou te Jeruzalem moeten roepen:
Een koning in Juda!
Welnu, deze dingen krijgt de koning te horen!
Dus: kom. Laten we met elkaar beraadslagen.
8 Ik zond hem echter de boodschap:
Er gebeurt niets van dien aard
waarover jij het hebt
nee, het zijn verzinsels van je eigen hart!
9 Want ze wilden allemaal ons vrees aanjagen
Ze dachten:
Hun handen zullen aflaten van het werk
zodat het niet meer verricht wordt.
Nu dan, maak mijn handen sterk!

10 Ik nu, toen ik in het huis van Semaja, de zoon van Delaja, de zoon van Mehetabel was gekomen
- deze was 3) [aan huis] gebonden 4) -
zei hij: 5)
Wij moeten elkaar treffen in het Godshuis
binnen in de tempel.
We moeten de deuren van de tempel sluiten
want ze komen om je te vermoorden
's Nachts komen ze om je te vermoorden.
11 Maar ik zei:
Zou een man als ik vluchten?
Hoe zou iemand als ik de tempel binnengaan
en in leven blijven?! 6)
Ik zal er niet binnengaan!
12 Ik had het door:
zie, niet-God was het die hem had gezonden
terwijl hij toch een profetie sprak over mij.
Tobia en Sanballat 7)waren het die hem hadden gehuurd.
13 Hierom was hij gehuurd:
om mij vrees aan te jagen;
dat ik het zo zou doen en zondigen
Het zou voor hen tot een kwaad gerucht dienen
en wel om mij te kunnen belasteren.
14 Gedenk het , mijn God, tegen Tobia en Sanballat
ieder naar deze daden;
en ook tegen Noadja de profetes
en de overigen van de profeten
die bezig waren mij vrees aan te jagen.

15 De muur kwam gereed op de vijfentwintigste Ellul
na twee en vijftig 8) dagen.
16 En het geschiedde, zodra al onze vijanden het hoorden
en alle naties rondom ons het zagen
dat zij in hun eigen ogen [achter ons] terugvielen.
Ze erkenden, dat dit werk vanwege onze God verricht was.

1d.i. 'jonge leeuwen'
2ws. rondtrekkend bedouïenenvorst: arabier
3ws. door een gelofte
4vgl. bijv. Jer 36:5
5vele Semaja's zijn profeet, ook deze, maar
6Nehemia is geen priester
7die verwanten hadden onder de teruggekeerden. 13:4,7,28
852: 2x26!