+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Psalmen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 2 %
Ps. 16:8-11
16:8 Ik stel JHWH voortdurend tegenover mij
Is hij aan mijn rechterhand dan wankel ik nooit.
9 Daarom is mijn hart verblijd, en jubel ik met ere 1)
ja, mijn vlees zal veilig wonen.
10 Want gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk
gij geeft uw getrouwe de kuil 2) niet te zien.
11 Gij doet mij kennen het pad van het leven
verzadiging van vreugde is voor uw aangezicht
liefelijkheid is in uw rechterhand, voor altijd. 3)

1כְּבֹודִ֑י gemoed? ziel? gekozen is voor: jubel ik met ere ; lett. jubelt mijn eer
2Van het open graf waar ik eerloos in neerdaal
3Met dank voor kritisch commentaar op de vertaling door Wout van der Spek en Willem Pel