+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Lucas
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 64 %
Luc. 9
9:28 Het 1) geschiedde ongeveer acht dagen na deze woorden,
dat hij Petrus, Johannes en Jakobus meenam
toen hij de berg besteeg om te aanbidden.
En het geschiedde toen hij bad
dat het uiterlijk van zijn gezicht veranderde
en zijn kleding werd stralend wit.
30 En zie, twee mannen spraken met hem,
het waren Mozes en Elia.
31 En zij die in heerlijkheid verschenen waren,
spraken over zijn Uittocht 2)
die hij in Jeruzalem zou vervullen.
32 Petrus en die met hem waren
werden door slaap overmand,
maar toen zij volledig wakker waren
zagen zij zijn heerlijkheid
en de twee mannen die bij hem stonden.
33 En het geschiedde, dat,
toen zij van hem scheidden,
Petrus tot Jezus zei:
Meester! Het is goed dat wij hier zijn.
Laten wij drie tenten maken,
één voor U, één voor Mozes en één voor Elia.
Maar hij wist niet wat hij zei.
34 Toen hij dat zei, kwam een wolk,
die hen overschaduwde.
Zij waren bevreesd toen zij daarin gingen.
35 En er klonk een stem uit de wolk:
Dit is mijn Zoon, de uitverkorene!
Hoort naar hem!
36 En toen de stem geklonken had
bevond Jezus zich alleen.
En zij zwegen,
en berichtten in die dagen niemand iets
van wat zij hadden gezien.

1vertaling van Adriaan Soeting
2Gr. ‘Exodus’