+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Exodus
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 33 %
Ex. 17
17:1 De gehele gemeenschap van de Israëlieten brak op uit de Sin-Woestijn
ze braken steeds weer op 1)
op bevel van JHWH.
Ze zetten hun legerkamp op in Refidim
maar er was geen water om te drinken voor het volk.
2 Het volk begon met Mozes te ruziën. 2)
Ze zeiden:
Geef ons water
zodat we te drinken hebben
maar Mozes zei tegen hen:
Wat hebben jullie met mij te ruziën
Wat dagen jullie JHWH uit.
3 Toen het volk daar naar water smachtte
morde het volk tegen Mozes en zei:
Waarom heb je ons laten opgaan uit Egypte? 3)
Om mij van dorst te laten sterven
met mijn kinderen en mijn vee? 4)
4 Toen schreeuwde Mozes [het uit] tot JHWH:
Wat moet ik met dit volk doen?
Nog even en ze stenigen me.
5 Maar JHWH zei tot Mozes:
Trek voor het volk uit
en neem enigen van de oudsten van Israël met je mee.
En de stok waarmee je op de Nijl geslagen hebt
neem [die] in je hand en ga [op weg].
6
Kijk, ik ga daar voor je op de rots bij de Horeb staan.
Dan moet jij op de rots slaan
en er zal water uit tevoorschijn komen
zodat het volk te drinken heeft.
Zo deed Mozes voor de ogen van de oudsten van Israël.
7 Hij gaf die plaats de naam Massa en Meriba – uitdaging en ruzie
omdat de Israëlieten geruzied en JHWH uitgedaagd hadden
door te zeggen: 'Is JHWH met ons of niet?'

1Letterlijk `volgens hun opbreekplaatsen´.
2vertaling door Evert van den Berg
3Hier wordt niet het werkwoord j-ts-´, `uittrekken´ gebruikt, maar `lh, `omhoog gaan´, `opgaan´.
4MT heeft hier enkelvoud. Oude vertalingen, waaronder LXX, hebben hier `ons´. Ik geef de voorkeur aan MT vanwege de levendigheid.