+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Hooglied
1 2 3 4 5 6 7 8 76 %
Hgl. 3
3:1 Op mijn bed, in de nachten,
zocht ik mijn zielsbeminde,
ik zocht hem, maar ik vond hem niet.
2 Opstaan wil ik, rondgaan door de stad,
door de straten en over de pleinen,
zoeken wil ik mijn zielsbeminde.
Ik zocht hem, maar ik vond hem niet.
3 Mij vonden de wachters, die rondgingen door de stad.
Mijn zielsbeminde — hebt u hem gezien?
4 Nauwelijks was ik hen voorbij
of ik vond mijn zielsbeminde.
Ik greep hem vast en liet hem niet los,
totdat ik hem binnengebracht had in het huis van mijn moeder,
in de kamer van haar die mij baarde.
5 Ik bezweer je, dochters van Jeruzalem,
bij de gazellen of de reeën van het veld:
maak de liefde niet wakker, wek haar niet voordat het haar behaagt!

[koor:]

6 Wie stijgt daar op uit de woestijn als zuilen van rook,
geurend van mirre en wierook, van al de kruiden van een koopman?
7 Zie, daar is de draagstoel van Salomo!
Zestig helden eromheen, uit de helden van Israël.
8 Zij allen voeren het zwaard,
ze zijn bedreven in de oorlog,
ieder draagt zijn zwaard op zijn heup,
vanwege de verschrikking in de nachten.
9 Een draagkoets liet koning Salomo maken
met hout van de Libanon.
10 De stijlen ervan maakte hij van zilver, de leuning van goud,
de zitting met roodpurperen wol;
de binnenkant liefderijk versierd
door de dochters van Jeruzalem.
11 Ga uit en zie, dochters van Sion,
naar koning Salomo,
en de krans die zijn moeder voor hem heeft gevlochten,
op de dag van zijn bruiloft,
op de dag van de vreugde van zijn hart. 1)

1met dank aan SHA en NBG. De gehele vertaling van Hooglied is verschenen onder ISBN 978-90-6126-074-5