+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
1 Johannes
1 2 3 4 5 58 %
1Joh. 1
1:1 Wat 1) was van den beginne,
wat wij gehoord hebben,
wat wij gezien hebben met onze ogen,
wat wij aanschouwd hebben
en onze handen getast hebben,
omtrent het woord des levens.
2 — Immers het leven heeft zich bekend gemaakt,
en wij hebben het gezien;
dus betuigen en verkondigen wij
aan jullie het eeuwige leven,
dat was bij de Vader
en zich aan ons bekend gemaakt heeft . —
3 Wat wij gezien en gehoord hebben,
dat verkondigen we ook jullie,
opdat ook jullie gemeenschap zullen hebben met ons.
En de gemeenschap die de onze is,
is met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus.

4 Deze dingen schrijven wij,
opdat onze vreugde vervuld wordt.
5 En dit is de verkondiging,
die wij van hem gehoord hebben en jullie verkondigen:
God is licht
en duisternis is niet in hem, geenszins.
6 Indien wij zullen zeggen,
dat wij gemeenschap met hem hebben
en in de duisternis wandelen,
dan liegen wij en doen de waarheid niet.
7 Indien wij echter in het licht wandelen,
zoals Hij zelf is in het licht,
dan hebben wij gemeenschap met elkaar
en het bloed van Jezus, zijn Zoon,
reinigt ons van alle zonden.
8 Indien wij zeggen, dat we geen zonde hebben,
misleiden we onszelf en de waarheid is niet in ons.
9 Indien wij onze zonden belijden,
Hij is getrouw en rechtvaardig,
opdat hij ons de zonden zal vergeven
en ons zal reinigen van alle ongerechtigheid.
10 Indien wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben,
maken we hem tot leugenaar
en zijn woord is niet in ons.

1vertaling van Kees Meijer