+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
1 Petrus
1 2 3 4 5 94 %
1Pet. 3
3:1 Evenzo 1) de vrouwen,
maak u ondergeschikt 2) aan de eigen mannen 3)
opdat, ook als sommigen 4)
ontrouw zijn aan het woord,
zij door de wandel 5)van de vrouwen
zonder woord gewonnen worden
2 als zij uw reine
en godvrezende wandel opmerken.
3 Laat niet je uiterlijk je sieraad 6)zijn:
het invlechten van haar,
het omhangen met gouden opsmuk
of het aantrekken van kleren,
4 maar de verborgen mens, van het hart,
met een onvergankelijke uitstraling
van een zachte en rustige geest,
die kostbaar is tegenover God.
5 Want zo sierden zich eens de heilige vrouwen,
die hoopten op God
terwijl zij zich ondergeschikt 7)maakten
aan de eigen mannen,
6 zoals Sara gehoorzaamde aan Abraham
en hem 'heer' noemde,
u bent haar kinderen geworden
door het goede te doen
en geen enkele schrik te vrezen.
7 En de mannen evenzo,
wanneer jullie samenwonen,
erken dan,
dat het vrouwelijke als brozer vaatwerk is
en behandel haar met respect 8)
als mede-erfgenamen van de genade van het leven
opdat uw gebeden niet gehinderd 9) worden.
8 Tot slot: wee allen eensgezind,
mee-lijdend, broers - en - zusters liefhebbend,
barmhartig en deemoedig,
9 Vergeld geen kwaad met kwaad
of schelden met schelden,
integendeel: zegen maar
omdat je daartoe bent geroepen,
opdat je zegen zult beërven 10).
10 Want wie
Het leven wil liefhebben 11)
en goede dagen wil zien
die weerhoude zijn tong van kwaad
en de lippen van het spreken van bedrog.
11
Laat hij zich afwenden van kwaad
en het goede doen,
vrede zoeken en haar najagen;
12
want de ogen van de Heer zijn
op de rechtvaardigen
en zijn oren bij hun smeking
maar het aangezicht van de Heer
is tegen wie kwaad doen.

13 Trouwens 12), wie zou jullie kwaad willen doen,
als jullie je best doen om het goede te zoeken?

14 Maar 13) ook al moet u lijden omwille van de gerechtigheid:
zalig bent u!
Hebt geen vrees voor
waar zij u vrees mee aanjagen,
laat u evenmin in verwarring brengen.
15 Heiligt de heer, de Christus in uw harten,
altijd tot verantwoording bereid jegens ieder
die een woord van u vraagt
over de hoop die in u is.
16 Maar met zachtheid en vrees,
met een goed geweten,
opdat zij
die uw goede wandel in Christus smaden
beschaamd mogen staan vanwege hun laster.
17 Want het is beter om,
mocht God dat willen,
te lijden terwijl men goed doet,
dan terwijl men kwaad doet.
18 Immers, ook Christus heeft eenmaal vanwege zonden geleden,
als rechtvaardige voor onrechtvaardigen
om u tot God te brengen.
Hij, gedood in het vlees,
levend gemaakt in de geest.
19 In de geest is hij ook aan de geesten in de kerker gaan preken,
20 aan hen die eertijds onwillig waren,
toen in de dagen van Noach
de lankmoedigheid van God talmde,
terwijl de ark gereed gemaakt werd,
waarin enkele weinigen, namelijk acht zielen,
door het water heen werden gered.
21 Nu redt u, als tegenbeeld daarvan, de doop.
Deze is niet een afleggen van het vuil van het vlees,
maar een bede van een goed geweten tot God,
op grond van de opstanding van Jezus Christus.
22 Hij is aan de rechterhand van God,
opgestegen ten hemel
terwijl engelen en machten en krachten aan hem zijn onderworpen.

1vertaling van Machteld van Woerden
2ὑποτάσσω, zich stellen onder, lager in rang
3dus niet aan de mannen van anderen!
4nl. van de mannen
5d.w.z. levenswandel, gedrag
6κόσμος hier aldus vertaald. Komt terug in vs. 4 en 5
7zie vs. 1
8of: eer
9gestoord, verstoord
10zelfde stam als het woord in vs. 7
11Cf. Ps. 34:13-17
12vertaling van Peter Crom
13vertaling van Jaap Goorhuis