+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Lucas
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 64 %
Luc. 4
4:1 Vol 1) van heilige geest 2)
keerde Jezus terug van de Jordaan.
Door de wind is hij in 3) de verlatenheid 4) geleid.
2 Veertig dagen werd hij beproefd door de ophitser 5).
Hij at niets in die dagen
en was uitgehongerd toen ze volbracht 6) waren.
3 Toen zei de ophitser tegen hem:
Als jij (een) 7) zoon van God bent,
zeg dan tot deze steen dat hij een brood wordt.
4 Jezus antwoordde hem:
Er staat geschreven:
De mens leeft 8) niet van brood alleen 9).
5 Toen leidde hij hem omhoog,
en toonde hij hem alle koninkrijken van de bewoonde wereld 10)
in een ogenblik 11).
6 De ophitser zei hem:
Ik zal jou al deze heerschappij
en de bijbehorende eer 12) geven.
Want het 13) is aan mij gegeven
en ik geef het 14) aan wie ik wil.
7
En 15) als jij voor mij 16) knielt
zal het allemaal van jou zijn.
8 Maar Jezus antwoordde hem:
Er staat geschreven :
Knielen zal je voor de heer, je God
en hem alleen zul je dienen 17).
9 Toen leidde hij hem naar Jeruzalem
en stelde hij hem op de dakrand van de tempel.
Hij zei hem:
Als jij (een) zoon van God bent,
werp jezelf dan van hier naar beneden.
10
Want er staat geschreven:
Hij zal zijn engelen bevelen over jou 18)
om jou te beschermen.
11
En ze zullen je op handen dragen.
opdat je je voet niet zult stoten aan een steen 19).
12 Jezus antwoordde hem:
Er is ook gezegd:
Je zult de Heer, je God, niet op de proef stellen 20).
13 En toen de ophitser alle beproevingen volbracht 21) had
nam hij afstand van hem, tot een (gelegen) tijd.

14 Jezus 22) keerde terug naar Galilea in de kracht van de Geest.
In de gehele streek werd over hem gesproken.
15 Hij begon zelf onderricht te geven in hun synagogen.
Hij werd door allen geprezen.
16 Ook ging hij naar Nazaret,
waar hij opgegroeid was
en ging, zoals hij gewoon was,
op de sabbatdag naar de synagoge.
Daar stond hij op om voor te lezen.
17 Men gaf hem het boek van de profeet Jesaja.
Hij opende het boek en vond de plaats waar geschreven stond:

18
De geest van de Heer is op mij.
Hij heeft mij gezalfd.
Om goed bericht te verkondigen aan armen,
heeft hij mij uitgezonden,
19
om vrijheid uit te roepen voor gevangenen
en voor blinden het gezicht,
om verdrukten heen te zenden in vrijheid,
om uit te roepen een jaar dat welgevallig is voor de Heer.

20 Hij sloot het boek, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten.
Aller ogen in de synagoge waren vol spanning op hem gericht.
21 Toen begon hij tot hen te spreken en zei:
Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld.
22 Allen betuigden hun instemming met hem
en verwonderden zich over de woorden van genade
die van zijn lippen kwamen.
Men zei:
Is dat niet de zoon van Jozef?
23 Maar hij zei tegen hen:
Zeker zullen jullie dit spreekwoord tegen mij zeggen:
Geneesheer, genees u zelf.
De dingen, waarvan wij gehoord hebben dat die gebeurd zijn in Kapernaum,
doe die ook hier in jouw vaderstad!
24 Hij zei:
Waarlijk, ik zeg jullie:
geen enkele profeet wordt aanvaard in zijn vaderstad.
25
Naar waarheid zeg ik jullie dat er in Israël vele weduwen waren
in de dagen van Elia,
toen de hemel gesloten bleef
gedurende drie jaar en zes maanden,
zodat er een grote hongersnood was in het hele land.
26
Naar niemand van hen werd Elia gezonden,
maar wel naar Sarepta, bij Sidon,
naar een vrouw die weduwe was.
27
Ook waren er veel leprozen in Israël ten tijde van de profeet Elisa,
maar niemand van hen werd gereinigd,
behalve Naäman, de Syriër.
28 Allen in de synagoge werden vervuld van woede toen zij dat hoorden.
29 Zij stonden op en gooiden hem de stad uit.
Zij voerden hem naar de rand van het bergplateau,
waarop hun stad gebouwd was,
om hem daarvan af te gooien.
30 Maar hij ging midden tussen hen door en vertrok.
31 Hij daalde af naar Kapernaüm, een stad in Galilea
en trad op als leraar op de sabbat.
32 Men stond versteld over zijn onderricht,
want zijn woord was met gezag.

1vertaling van Jaco Zuurmond
2adem, lucht, geest
3ἐν + datief’ duidt op ‘zich bevinden in’. Blass-Debrunner-Funk duidt het ‘ἐν + datief’ als overcompensatie. Gelezen moet worden ‘εἰς + accusatief’. Dan wordt meer richting bedoeld
4of: woestijn
5Walter Bauer: het gaat om het maken van tegenstellingen tussen mensen, mensen tegen elkaar opzetten. Net als in vs. 1 bij ‘geest’ kies ik bewust voor een meer verrassende vertaling. ‘Geest’ en ‘duivel’ worden te snel te makkelijk ‘begrepen’.
6NBV: verstreken. De tijd verstrijkt vanzelf. Maar vastentijd verstrijkt niet, vastentijd volbreng je. Het Griekse teleo duidt ook op uitvoeren
7NBV en Naardense Bijbel vertalen beide ‘de zoon’
8tijdloos duratief futurum
9 Deuteronomium 8:3
10oecumene
11punt van tijd
12glorie, heerlijkheid, NBV: roem
13of ‘ze’ vanwege het vrouwelijke ‘heerschappij’
14haar
15Of met iets meer nadruk: Welnu
16letterlijk: voor mijn aangezicht
17Deut. 6:13. Van λατρεύω is ons woord liturgie afkomstig
18met het oog op jou
19 Ps. 91:11, 12 In het citaat uit de LXX wordt ‘op al je wegen’ weggelaten. Het ‘en’ tussen beide versdelen is een toevoeging t.o.v. de oorspronkelijke psalmverzen
20Deut. 6:16
21parallel met vs. 2
22vertaling van Jaap Goorhuis