+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Matteüs
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 61 %
Mat. 24
24:13
Maar 1) wie ten einde toe volhardt,
die zal gered zijn.
14
En dit evangelie van het koninkrijk
zal verkondigd worden in heel de bewoonde wereld,
tot een getuigenis aan alle volkeren,
en dan zal het einde komen.

15
Als jullie dan de verwoestende gruwel
- waarover gesproken is door de profeet Daniel -,
op de heilige plaats zien staan,
- laat wie het leest, het zich bewust zijn -
16
dan moeten zij die in Judea zijn,
vluchten naar het gebergte,
17
en laat wie op het dak is,
niet naar beneden gaan om huisraad mee te nemen,
18
en wie op de akker is, laat hij
niet terugkeren om zijn mantel nog mee te nemen.
19
O wee, zij die in die dagen
zwanger zijn of een baby zogen.
20
Bid evenwel dat uw vlucht
niet in de winter zal zijn
en evenmin op sabbat.
21
Want de verdrukking dan zal enorm zijn,
zoals niet gebeurd is,
vanaf het begin van de wereld tot nu toe
en zoals er ook niet meer zijn zal.
22
En als die dagen niet ingekort waren,
zou er geen sterveling gered zijn.
Maar vanwege de uitverkorenen zullen die dagen verkort worden.
23
Als iemand jullie dan zegt:
Zie hier is de Gezalfde, of hier!
Geloof het niet.
24
Want er zullen valse gezalfden en valse profeten verwekt worden,
en zij zullen grote tekenen en wonderen geven,
zodat zij– indien mogelijk – ook de uitverkorenen nog zouden misleiden.
25
Zie, tevoren heb ik het jullie gezegd.
26
Als zij jullie dan zouden zeggen:
Zie hij is in de woestijn! Ga er niet op uit.
Zie, hij is in de binnenkamer! Geloof het niet.
27
Want zoals de bliksem
uitgaat van het oosten,
en schijnt tot aan het westen,
zo zal de tegenwoordigheid van de Mensenzoon zijn.
28
Waar het lijk is,
daar zullen de gieren zich verzamelen.
29
Maar direct na de verdrukking van die dagen,
zal de zon verduisterd worden
en de maan haar schijnsel niet geven,
de sterren zullen uit de hemel vallen
en de krachten van de hemelen zullen wankelen.
30
Dan zal het teken van de Mensenzoon aan de hemel verschijnen,
en alle stammen der aarde zullen zich
in zelfbeklag op de borst slaan
en zij zullen de Mensenzoon zien,
komend op de wolken van de hemel,
met kracht en glorie –veelvoudig!
31
Hij zal zijn engelen uitzenden,
die luid de ramshoorn laten klinken
en zijn uitverkorenen zullen bijeen verzameld worden,
uit de vier windstreken,
van het éne tot het andere uiterste der hemelen.

32
Van 2) de vijgeboom kun je deze gelijkenis 3) leren:
Wanneer haar takken al week worden
en zij de bladeren laat uitbotten,
herken je
dat het dichtbij 4) is: de zomeroogst.
33
Zo ook jullie:
wanneer je dat alles ziet,
herken dan
dat het 5) dichtbij is, aan de deur 6).
34
Amen, ik zeg je,
dat dit geslacht niet voorbij is gegaan 7)
— zeker niet —
eer dit alles is geschied.
35
De hemel en de aarde
— dat 8) zal voorbijgaan,
maar mijn woorden gaan niet voorbij — zeker niet.
36
Van die dag en dat uur 9) weet niemand,
zelfs niet de engelen van de hemelen, zelfs niet de zoon,
slechts de vader alleen.
37
Ja 10), zoals het was met de dagen van Noach,
zo zal het zijn met de nadering 11) van de mensenzoon.
38
Ja, zoals ze in die dagen vóór de zondvloed bleven kluiven en zuipen,
huwen en gehuwd worden,
tot aan de dag dat Noach de ark inging,
39
en ze niets herkenden 12),
totdat de zondvloed kwam
en hen allen wegrukte,
zo zal het ook zijn met de nadering van de mensenzoon.
40
Dan zullen er twee (mannen) op de akker zijn -
één wordt meegenomen en één wordt achtergelaten;
41
twee (vrouwen) zullen aan het malen zijn in de molen —
één wordt meegenomen en één wordt achtergelaten.
42
Wees dus waakzaam,
omdat je niet weet
op wat voor dag je heer komt.
43
Dit herken 13) je wel:
als de huismeester geweten had
in welke wachttijd de dief zou komen,
was hij blijven waken
en had hij niet in zijn huis laten inbreken.
44
Daarom moeten ook jullie (mensen) worden 14) die klaarstaan,
omdat op een uur 15) waarop je het niet verwacht
de mensenzoon komt.
45
Wie is dus 16) de betrouwbare en verstandige slaaf
die de heer heeft aangesteld over zijn huishouding
om hun op tijd het voedsel te geven?
46
Gelukkig die slaaf
die de heer bij zijn komst zo bezig vindt.

1vertaling van Leen de Ronde
2vertaling van Harry Pals
3hoe komt de NBV bij `les´?
4`in aantocht´ (NBV) roept niet de spanning van het bijbelse ἐγγὺς op
5de NBV vult `einde´ is, is een omineuze theologische keuze!
6verdwenen in de NBV
7is `verdwenen zijn´ (NBV) hetzelfde?
8zo NB
9NBV `moment´
10zo NB
11`komt´ (NBV) is te slap en algemeen voor παρουσία
12dezelfde stam als in vss. 32 en 33; de NBV voegt een object in `dat de vloed zou komen´, maar gaat het niet meer om de tekenen der tijden?
13weer die woordstam uit de vss. 32 en 33
14uitdrukkelijk werkwoord γίνομαι imp. med. 2p
15NBV `tijdstip´
16vergeten in de NBV