+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Prediker
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 22 %
Pred. 9
9:7 Ga, 1) eet in vreugde je brood
en drink met een vrolijk hart 2) je wijn
want God heeft reeds
welgevallen aan je daden.
8 Laten altijd je kleren wit 3) zijn
en laten oliën op je hoofd niet ontbreken.
9 Geniet het leven met de vrouw die je liefhebt,
al de dagen van je vluchtige leven,
die Hij je gegeven heeft onder de zon,
al je vluchtige dagen,
want dat is jouw deel in het leven,
bij jouw gezwoeg,
waarmee jij zwoegt onder de zon.
10 Al wat jouw hand vindt om met jouw kracht te doen, doe het,
want er is geen werk of slotsom, kennis of wijsheid
in het dodenrijk, waarheen jij gaat.
11 Weer zag ik onder de zon:
niet aan de snellen is de wedloop en niet aan de helden de oorlog
en ook niet aan de wijzen brood en ook niet aan de verstandigen rijkdom
en ook niet aan de kenners gunst,
want tijd en toeval treffen hen allen.
12 Want ook de mens kent zijn tijd niet
zoals de vissen die gegrepen worden in een kwaad net 4)
en zoals de vogels
gegrepen in een klapnet,
zoals zij
worden de mensen gevangen
door een kwade tijd
als die hen plotseling overvalt.
13 Ook dit heb ik aan wijsheid onder de zon gezien,
en die kwam me groot 5) voor:
14 er was een kleine stad,
met weinig mensen erin -
een grote koning kwam ernaartoe en hij omsingelde haar
en bouwde er grote schansen 6) tegen.
15 Nu bevond zich daarin
een tot armoede vervallen, wijze man,
en hí­j deed de stad ontkomen door zijn wijsheid,
maar geen mens herinnerde zich
die tot armoede vervallen man.
16 Toen zei ik 7):
Beter wijsheid dan sterkte,
maar de wijsheid van de tot armoede vervallene wordt veracht
en aan zijn woorden wordt geen gehoor gegeven.
17 Woorden van wijzen
worden in rust aangehoord 8),
meer zijn zij dan het geschreeuw van een heerser over dwazen.
18 Beter wijsheid dan wapentuig,
maar één zondaar
kan veel goeds verloren doen gaan.

1Vertaling Pr. 9:7-18: Societas Hebraica Amstelodamensis (voorpublicatie), bewerkt door Leo van den Bogaard.
2בְלֶב־טֹ֖וב, met een goed hart.
3לָבָן: Klaarblijkelijk is wit hier de kleur van vreugde (z. v. 7 en 9), in tegenstelling tot zwart, de kleur van de rouw ( Ps. 35:14, vgl. 42:10, 43:2). De vertaling 'vrolijke kleren' (NBV), doet eerder denken aan bontgekleurde kleren. Wit, dat de connotatie 'schoon, niet door het werk bevuild' heeft, contrasteert met bijvoorbeeld woorden als 'zwoegen' en 'gezwoeg' die Prediker veelvuldig gebruikt (76 keer in de gehele Bijbel, waarvan 35 keer in Prediker). Ook de vertaling 'kies een feestelijke geur' lijkt niet goed gekozen. Het gaat concreet om het ruiken naar geurige oliën in plaats van zweet.
4מְצֹודָה, een woord dat verder in het Bijbels Hebreeuws onbekend is; wij lezen hier מְצוּדָה
5ironisch bedoelde antifrase (voor 'klein').
6מְצֹודִ֥ים komt niet van dezelfde Hebreeuwse wortel (מצד) als het woord voor 'jachtnet' (metsodiem) in 7:26, dat van de wortel צוד komt, waarvan ook metsoeda, 'net' afgeleid wordt (9:12). Er lijkt sprake van een woordspel.
7Het is onduidelijk waarom de NBV hier 'tegen mezelf' toevoegt.
8benachat hoort bij nisjmaiem en niet bij divre chachamiem. Er staat een zakeef katon op chachamiem. Door 'kalme woorden van de wijzen' te vertalen,verbindt de NBV woorden die niet te verbinden zijn.