+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
1 Koningen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 21 %
1Kon. 16
16:29 Achab nu de zoon van Omri werd koning over Israël 1)
in het achtendertigste jaar van Asa de koning van Juda.
Achab de zoon van Omri was tweeëntwintig jaar koning over Israël te Samaria.
30 Achab de zoon van Omri deed wat kwaad is in de ogen van JHWH
meer dan allen voor hem.
31 Het geschiedde
- alsof het maar een bagatel was dat hij de zonden beging van Jerobeam de zoon van Nebat -
dat hij Izebel de dochter van Etbaäl de koning van de Sidoniërs tot vrouw nam
en hij diende de baäl en wierp zich daarvoor neer. 2)
32 Hij richtte een altaar op voor de baäl
in het huis van de baäl dat hij in Samaria gebouwd had.
33 Achab vervaardigde de asjera.
Achab ging door zo te handelen dat hij JHWH de god van Israël krenkte
meer dan alle koningen van Israël die er voor hem geweest waren.
34 In zijn dagen [her-]bouwde Chiël uit Betel Jericho.
Ten koste van Abiram zijn eerstgeborene fundeerde hij het
ten koste van Segub zijn jongere installeerde hij de poortdeuren
naar het woord van JHWH
dat hij gesproken had door bemiddeling van Jozua de zoon van Nun.

1vertaling door Evert van den Berg
2Mijns inziens moet =lhjm als God vertaald worden en h=lhjm als de godheid. Evenzo is de asjera een voorwerp. Vandaar dat ik ook over de baäl spreek, wat opgevat zal moeten worden als een beeld van baäl