+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Johannes
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 69 %
Joh. 14
14:1
... 1) Laat jullie hart 2) niet geschokt worden!
Jullie vertrouwen 3) op deze 4) God –
vertrouw dan ook op mij!
2
In het huis van mijn vader zijn veel verblijfplaatsen –
als dat niet zo was,
zou ik jullie dan gezegd hebben:
ik ga om voor jullie plaats te bereiden?
3
En als ik gegaan ben
en voor jullie plaats bereid heb,
kom ik weer
en zal ik jullie opnemen bij mij 5),
zodat waar IK ben ook JULLIE 6) zijn...
4
En waar IK heentrek weten jullie de weg.
5 Thomas zegt tegen hem:
Heer,
wij weten niet waar u heentrekt;
hoe kunnen wij dan de weg weten?
6 Jezus zegt tegen hem:
IK ben de weg, en de waarachtigheid 7), en het leven... 8)
niemand komt 9) bij de vader als het niet is door mij.
7
Als jullie mij hadden 10) gekend,
zouden jullie ook mijn vader kennen.
Vanaf nu kennen jullie hem
en hebben jullie hem gezien.
8 Filippus zegt tegen hem:
Heer,
wijs 11) ons de vader
en het is ons genoeg 12)!
9 Jezus zegt tegen hem:
Zo lange tijd ben ik al bij jullie,
en je bent 13) mij niet gaan kennen, Filippus?
Wie mij gezien heeft, heeft de vader gezien! –
hoe kun JIJ dan zeggen:
wijs ons de vader?
10
Vertrouw je er dan niet op,
dat IK in de vader en de vader in mij is?
De woorden 14) die IK jullie zeg
spreek ik niet vanuit 15) mezelf,
maar het is de vader die in mij verblijft –
die doet zijn werken 16)!
11
Vertrouw mij,
dat IK in de vader en de vader in mij is...
als je dat niet doet,
vertrouw dan door de werken zelf 17)...!
12
Amen amen, ik zeg jullie:
wie vertrouwt op mij,
de werken 18) die IK doe zal ook HIJ 19) doen,
ja, nog grotere zal hij doen –
omdat IK naar de vader ga...
13
En wat jullie 20) ook vragen in mijn naam,
dat zal ik doen,
zodat de vader verheerlijkt wordt in de zoon.
14
Als jullie mij 21) iets vragen in mijn naam,
IK zal het doen...
15
Als 22) jullie mij liefhebben,
zullen jullie de geboden, de míjne, bewaren.
16
Ook zal ik de Vader vragen,
en hij zal jullie een andere pleitbezorger geven,
17
opdat die met jullie zal zijn voor altijd:
de Geest der waarheid,
die de wereld niet ontvangen kan,
want ze bemerkt of kent die niet.
Jullie kennen die,
omdat hij bij jullie blijft en ín jullie zal zijn.
18
Ik zal jullie niet als wezen achterlaten,
ik kom tot jullie!
19
Nog even en de wereld bemerkt mij niet meer,
jullie echter bemerken mij,
want ik leef en jullie zullen leven.
20
Op die dag zullen jullie erkennen,
dat ik in mijn Vader ben en jullie in mij zijn,
en ook ik in jullie ben.

21
Wie mijn geboden houdt en ze bewaart,
die is het, die mij liefheeft.
Wie mij liefheeft,
die zal door mijn Vader geliefd wórden,
en ook ik zal hem liefhebben
en mijzelf aan hem vertonen.
22 Judas dan, niet Iskarioth, zegt tot hem:
Heer, hoe komt het,
dat u zichzelf aan ons zal gaan vertonen
en niet aan de wereld?
23 Jezus antwoordde en zei tot hem:
Als iemand mij liefheeft,
zal hij mijn woord bewaren,
en mijn Vader zal hem liefhebben,
en wij zullen tot hem komen
en zullen verblijf bij hem maken.
24
Wie mij niet liefheeft,
bewaart mijn woorden niet.
En het woord dat jullie horen, is niet van mij,
maar van de Vader, die mij gezonden heeft.

25
Deze dingen heb ik tot jullie gesproken,
terwijl ik nog bij jullie verblijf.
26
De pleitbezorger, de heilige Geest,
die de Vader zenden zal in mijn naam,
die zal jullie alles leren,
en zal jullie in herinnering brengen,
alles wat ik jullie gezegd heb.
27
Vrede laat ik jullie na,
mijn vrede geef ik jullie.
Niet zoals de wereld geeft, geef ik die jullie.
Laat jullie hart niet in verwarring zijn,
en wees niet bevreesd.
28
Jullie hebben gehoord, dat ik jullie gezegd heb:
Ik ga heen en ik kom tot jullie!
Als jullie mij liefhebben, verheug je dan,
dat ik naar de Vader op weg ben,
want de Vader is meer dan ik ben.
29
En nu heb ik het jullie gezegd,
voordat het zal gebeuren,
opdat wanneer het gebeurt, jullie geloven zullen.
30
Ik zal niet meer met jullie spreken,
want de overste der wereld komt.
En aan mij heeft hij niets.
31
Maar opdat de wereld zal weten,
dat ik de Vader liefheb,
en zoals de Vader mij geboden heeft,
zo doe ik.
Word wakker, laten we van hier gaan!

1vertaling van Harry Pals
2verdwenen bij NBV
3ook Naastepad (‘Pasen en Passie bij Johannes 1:73 ’) vertaalt dit als indicativus
4er staat nadrukkelijk een lidwoord
5NBV: “dan zal ik jullie met me meenemen” – alsof de leerlingen weggehaald worden uit de wereld...
6hoofdletters (hier en in het vervolg) om de nadruk te markeren, waarmee de verbondenheid op de weg tussen Jezus en zijn leerlingen wordt onderstreept; de volgorde ik-jullie is essentieel...
7gaat verder dan ‘waarheid’
8Maria de Groot (‘Messiaanse ikonen’, 149) vertaalt dit als een ‘hendiatris’: “Ik ben de waarachtige levensweg”
9de NBV voegt ‘kan’ toe
10perfectum
11niet ‘laat zien’ (NBV), Filippus zet juist niet het werkwoord ‘zien’ uit vs. 7 voort; dat doet Jezus in vs. 9 wel
12NBV “meer verlangen we niet”, is een parafrase
13weer een perfectum
14weggelaten in NBV
15NBV zwakker ‘namens’
16NBV ‘werk’; voegt ‘door mij’ toe
17NBV “om wat hij doet”
18weer weggelaten in NBV
19NBV respecteert de volgorde niet
20de NBV voegt ‘dan’ in – is iets voor te zeggen
21laat NBV weg, is ook moeilijk, bidden tot Jezus...
22vertaling van Leen de Ronde