+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Sefanja
1 2 3 38 %
Sef. 1
1:14 Nabij 1) is de grote dag van JHWH,
nabij is hij en haast zich zeer,
de dag van JHWH - hoor:
hoe bitter schreeuwt daar (zelfs) de held!
15 Die dag zal een dag van verbolgenheid zijn,
een dag van angst en benauwdheid,
een dag van vernietiging en vernieling,
een dag van duisternis en donkerte,
een dag van wolken en dichte donkerheid 2)
16 een dag van bazuingeschal en krijgsgeschreeuw
tegen de versterkte steden en de hoge kantélen.

17 Ik zal de mensen angstig maken
zodat ze rondgaan als blinden,
want tegen JHWH hebben zij gezondigd,
hun bloed wordt vergoten als (was het maar) stof,
hun vlees [weggeworpen] als (was het maar) drek.
18 Hun zilver noch hun goud zal hen kunnen redden
op de dag der verbolgenheid van JHWH,
in het vuur van zijn hartstocht
zal heel de aarde worden verteerd;
want het einde dat hij bewerkt - ja, verbijsterend zal dat zijn
voor alle bewoners van de aarde.

1vertaling van Jan Geurssen
2Het laatste Hebreeuwse woord van dit vers heeft iets weg van het woord dat we eerder met `donkerte´ vertaalden. Het wordt nogal eens weergegeven met `dichte duisternis´ (zie Ex.20,21 en 1 Kon. 8,12). Maar we benutten de `correspondentie´ met `donkerte´.