+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Matteüs
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 61 %
Mat. 7
7:13 Komt binnen door de smalle poort, 1)
want wijd is de poort en breed is de weg
die leidt naar de vernietiging,
en velen zijn er die daarlangs binnenkomen,
14 want smal is de poort en nauw de weg die leidt naar het leven,
en weinigen zijn er die haar vinden.
15 Weest op je hoede voor de leugenprofeten
die tot jullie komen in schaapskleren,
maar van binnen zijn ze roofzuchtige wolven.
16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen:
men plukt toch van de doornstruik geen druiven of van distels vijgen?
17 Zo brengt elke goede boom gave vruchten voort,
maar de rotte boom brengt slechte vruchten voort.
18 Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen,
en een rotte boom kan geen gave vruchten voortbrengen.
19 Elke boom die geen gave vruchten voortbrengt wordt omgehakt
en in het vuur geworpen.
20 Daarom dus:
aan hun vruchten zul je hen herkennen.
21 Niet iedereen die zegt tegen mij:
Heer, Heer!,
zal binnenkomen in het koninkrijk der hemelen,
maar die doet de wil van mijn vader,
die in de hemelen is.
22 Velen zullen tot mij zeggen op die dag:
Heer, Heer!,
profeteerden wij niet in jouw naam?,
en wierpen wij niet in jouw naam demonen uit?,
en deden wij niet in jouw naam vele machtige dingen?
23 Dan zal ik verklaren tegenover hen:
ik heb jullie nooit gekend.
Wijkt uit, weg van mij, werkers der wetteloosheid. 2)
24 Iedereen nu die deze woorden van mij hoort
en ze doet zal lijken op een verstandig man
die bouwt zijn huis op de rots:
25 de regen daalt neer
en de stromen komen
en de stormen waaien
en zij vallen aan op dat huis,
maar het valt niet,
want het is gegrondvest op de rots.
26 Maar iedere hoorder van deze woorden van mij
die er geen dader van is
zal lijken op een dwaze man
die zijn huis bouwt op het zand:
27 de regen daalt neer
en de stromen komen
en de stormen waaien
en ze stoten op dat huis,
en het valt en zijn val is groot. (Naardense Bijbel: een grote bouwval)
28 Het geschiedde toen Jezus deze woorden beëindigde
dat de scharen uitzinnig waren over zijn leer,
29 want hij leerde hen als gezaghebbende
en niet als hun schriftgeleerden.

1vertaling van Frans Wiersma
2 Ps. 6:9