12 | Door 1) de handen 2) van de apostelen geschiedden er veel tekenen 3) en wonderen onder het volk.
En ze waren allen eensgezind samen in de zuilengang van Salomo, |
13 | maar van de overigen durfde niemand zich aan hen te hechten;
het volk echter maakte hen groot 4)! |
14 | Meer en meer werden er toegevoegd 5) die geloofden in de Heer,
menigten mannen zowel als vrouwen, |
15 | zodat ze zelfs de krachtelozen uitdroegen de straten op
en op draagbaren en bedden legden, zodat als Petrus langskwam ook maar zijn schaduw één van hen zou =overschaduwen... |
16 | En ook kwam de menigte van de steden rondom in Jerusalem samen;
ze droegen krachtelozen mee en door onreine geesten gekwelden, en die werden allen genezen. |
17 | Maar toen stond de hogepriester op 6)
en allen die met hem waren – dat was de partij van de Sadduceeën -, ze werden vervuld van jalouzie |
18 | en ze sloegen de handen 7) aan de apostelen
en zetten hen publiekelijk 8) in bewaring. |
19 | Maar een engel van de Heer opende gedurende de nacht de deuren van de bewaking
en leidde hen eruit, en hij zei: |
20 | “Ga heen,
ga staan en spreek in de tempel tot het volk alle woorden van dit leven.” |